Luchtvering en demping zijn individueel instelbaar.
De adaptive air suspension is een elektronisch geregeld veer- en dempingssysteem. Dit onderstelsysteem ontlast de bestuurder door zich met regelprocedures op de achtergrond aan de gegeven rijsituatie aan te passen.
Het onderdeel luchtvering regelt de bodemvrijheid afhankelijk van de gereden snelheid en de wens van de bestuurder. De beladingstoestand speelt geen rol bij de regeling van de bodemvrijheid. Accelereren over een van tevoren bepaalde snelheidsgrens leidt tot een verlaging van de wagen; langzaam rijden leidt ertoe dat de wagen bij bepaalde snelheden weer wordt verhoogd.
Het onderdeel demping zorgt voor een individuele dosering van de dempingskrachten. Zo wordt bijvoorbeeld bij een op comfort georiënteerde dempingskarakteristiek de demping alleen gedurende korte tijd harder afgesteld, als dat nodig is, als een bocht genomen wordt en als er wordt geremd.
Instellingen
Adaptive air suspension biedt de bestuurder de mogelijkheid om de karakteristiek van het onderstel op zijn individuele wensen af te stellen. Met de functies comfort, automatic en dynamic kan de bestuurder uit drie afstellingen voor het onderstel kiezen, van comfortabel tot sportief. De offroad-functie kan worden gekozen als het wegdek slecht is. Bovendien is met lift een vijfde functie beschikbaar, die kan worden gekozen, als een bijzonder hoge bodemvrijheid noodzakelijk is Link.
De functies worden ingesteld in de MMI Link.
Voorzichtig!
- Let er bij het parkeren op dat boven en onder de wagen voldoende vrije ruimte is. Door temperatuurwisselingen, wijziging van de beladingstoestand en wijzigingen van de rijfuncties (bodemvrijheid!) kan de wagenhoogte van de stilstaande wagen veranderen.
- De riemen die bij het transport op een vrachtwagen, trein, schip of een ander vervoersmiddel worden gebruikt om de wagen te bevestigen, mogen alleen over de loopvlakken van de wielen (omtrek) lopen! De bevestigingsriemen mogen niet worden vastgemaakt aan onderdelen van de as, aan veerpoten of aan sleepogen, omdat de druk in de luchtveren tijdens het transport kan veranderen. In dat geval kan niet worden gegarandeerd dat de wagen goed vaststaat.
Aanwijzing
- Voordat u uw wagen kunt opkrikken of op een hefbrug omhoog kunt brengen, moet u de functie voor het omhoogbrengen van de wagen inschakelen Link.
- Bij sommige type-uitvoeringen wordt de topsnelheid van de wagen alleen bereikt in de rijfuncties automatic en dynamic.