De bestuurder kan vijf verschillende rijfuncties kiezen.
De automatische afstelprocedures zijn afhankelijk van snelheid en tijd. Zo kan bv. boven bepaalde snelheden het onderstel niet worden verhoogd tot het hoge niveau.
Als langer dan 30 seconden sneller dan ca. 120 km/h wordt gereden, wordt de wagen - in de comfort- en automatic-functie- automatisch verlaagd naar laag niveau. De bodemvrijheid is in deze functie ca. 15 mm lager dan op normaal niveau.
Als langer dan 20 seconden sneller dan ca. 160 km/h wordt gereden, wordt de wagen - in de automatic- en dynamic-functie - automatisch verlaagd naar snelwegniveau. De bodemvrijheid is in deze functie ca. 35 mm lager dan op normaal niveau. Hierdoor wordt enerzijds door het verlaagde zwaartepunt de wegligging verbeterd en anderzijds het brandstofverbruik verlaagd door de geringere luchtweerstand.
Niveauregeling |
Bodemvrijheid |
---|---|
Hoog niveau 2 |
Ca. 240 mm |
Hoog niveau 1 |
Ca. 205 mm |
Normaal niveau |
Ca. 180 mm |
Laag niveau |
Ca. 165 mm
(S line/V12 TDI 145 mm)* |
Snelwegniveau |
Ca. 145 mm |
De segmentweergave -3- op het MMI-scherm Link resp. op het display in het instrumentenpaneel Link geeft het actuele wagenniveau aan.
automatic
Kies de automatic-functie als u de voorkeur geeft aan een comfortabele afstelling van het onderstel. De dempingskarakteristiek wordt overeenkomstig ingesteld.
- Automatisch verlagen: Als langer dan 30 seconden een snelheid van boven de 120 km/h wordt gereden, wordt de wagen automatisch met 15 mm verlaagd naar laag niveau. Als langer dan 20 seconden sneller dan 160 km/h wordt gereden, wordt de wagen nog eens 20 mm verlaagd naar snelwegniveau.
- Automatisch verhogen: Bevindt de wagen zich op snelwegniveau en wordt gedurende 20 seconden langzamer dan ca. 130 km/h gereden, dan wordt de wagen automatisch verhoogd naar laag niveau. De wagen wordt automatisch weer teruggebracht op normaal niveau, als gedurende 2 minuten langzamer wordt gereden dan ca. 70 km/h. Het verhogen naar normaal niveau volgt direct als de wagen langzamer gaat rijden dan 35 km/h.
dynamic
Kies de functie dynamic als u de voorkeur geeft aan een sportieve afstelling van het onderstel. In deze functie wordt de wagen reeds in stilstand verlaagd naar laag niveau en wordt een sportieve dempingskarakteristiek gekozen. Het controlelampje in het instrumentenpaneel gaat als aanwijzing voor de verminderde bodemvrijheid enkele seconden branden.
Wanneer de wagen in de dynamic-modus wordt geparkeerd en het contact weer wordt ingeschakeld, gaat het controlelampje opnieuw enkele seconden branden.
- Automatisch verlagen: Als langer dan 20 seconden sneller dan ca. 160 km/h wordt gereden, wordt de wagen 20 mm verlaagd naar snelwegniveau.
- Automatisch verhogen: De wagen wordt automatisch weer teruggebracht op laag niveau, als gedurende 20 seconden langzamer wordt gereden dan ca. 130 km/h. Het verhogen naar laag niveau volgt direct als de wagen langzamer gaat rijden dan 35 km/h.
comfort
Kies de functie comfort als u de voorkeur geeft aan een bijzonder comfortabele afstelling van het onderstel. In deze functie wordt een duidelijk op comfort gerichte dempingskarakteristiek gekozen.
- Automatisch verlagen: Als langer dan 30 seconden een snelheid van boven de 120 km/h wordt gereden, wordt de wagen automatisch met 15 mm verlaagd naar laag niveau.
- Automatisch verhogen: De wagen wordt automatisch weer teruggebracht op normaal niveau, als gedurende 2 minuten langzamer wordt gereden dan ca. 70 km/h. Het verhogen naar normaal niveau volgt direct als de wagen langzamer gaat rijden dan 35 km/h.
offroad
Kies de offroad-functie als u over slecht wegdek (bv. grindpaden) moet rijden. In deze stand wordt de wagen verhoogd naar hoog niveau 1 en wordt een dempingskarakteristiek ingesteld die afgestemd is op een slecht wegdek. Wanneer de offroad-functie wordt ingeschakeld gaat het lampje voor de adaptive air suspension op het display in het instrumentenpaneel branden Link.
De offroad-functie kan alleen bij snelheden onder 60 km/h worden ingeschakeld. Bij een snelheid boven 80 km/h wordt de offroad-functie automatisch weer uitgeschakeld en de automatic-functie ingeschakeld.
lift
Kies de lift-functie als u met lage snelheid wilt rijden en veel bodemvrijheid nodig hebt. In deze stand wordt de wagen verhoogd naar hoog niveau 2. Wanneer de lift-functie wordt ingeschakeld gaat het lampje voor de adaptive air suspension op het display in het instrumentenpaneel branden Link.
De lift-functie kan alleen bij snelheden onder 20 km/h worden ingeschakeld. Bij een snelheid boven 40 km/h wordt de lift-functie automatisch weer uitgeschakeld en de offroad-functie ingeschakeld. Het controlelampje op het display in het instrumentenpaneel gaat branden om aan te geven dat de bodemvrijheid verminderd is.
Aanwijzing
Bij wagens met S line sportonderstel* of V12 TDI motor* is er geen snelwegfunctie, daarom wordt de wagen reeds in het lage niveau naar ca. 145 mm verlaagd. Bovendien wordt bij de V12 TDI de wagen in de comfort-functie pas bij 140 km/h automatisch verlaagd en bij 100 km/h automatisch weer omhooggebracht.