Deze functie moet worden geactiveerd in de MMI voordat de wagen wordt opgekrikt.
Kies: functietoets CAR > functietoets SETUP > Omhoogbrengmodus.
Als de functie voor het omhoogbrengen van de wagen is ingeschakeld, brandt op het display in het instrumentenpaneel het controlelampje .
De functie voor het omhoogbrengen van de wagen moet zijn ingeschakeld zodat de automatische regelprocedures van de luchtvering het opkrikken niet moeilijker maken.
ATTENTIE!
Door temperatuurschommelingen of wijzigingen in de belasting kan de hoogte van de geparkeerde wagen veranderen.
Aanwijzing
De functie voor het omhoogbrengen van de wagen wordt bij snelheden boven de 15 km/h automatisch uitgeschakeld.