|
Voorwaarde: alleen laders gebruiken met een
maximale laadspanning van 14,8 V. De aansluitkabels van de accu blijven aangesloten.
Alle stroomverbruikers en het contact uitschakelen.
Motorkap openen link►.
Rode afdekking op de pluspool openklappen
Afbeelding304►-pijl- .
Poolklemmen van de acculader volgens de voorschriften op de starthulpbouten vastmaken. (Bout onder afdekking = "plus", zeskantbout = "massa").
De steker van de voedingskabel van de acculader in het stopcontact steken en het apparaat inschakelen.
Aan het einde van het laden: acculader uitschakelen en de steker van de voedingskabel uit het stopcontact trekken.
Pas nu de pooltangen van de acculader losmaken.
Rode afdekking op de pluspool dichtklappen.
Motorkap sluiten link►.
- Laadkabels mogen nooit direct op de accu van uw wagen worden aangesloten. Gebruik uitsluitend de aansluitingen in de motorruimte link►.
- Als een accu wordt geladen, kan een zeer explosief knalgasmengsel ontstaan. Accu alleen opladen in goed geventileerde ruimten.
- Een ontladen accu kan al bij temperaturen rond 0 °C bevriezen. Een bevroren resp. ontdooide accu mag niet geladen en niet verder gebruikt worden. De accubak kan door de ijsvorming gescheurd zijn en accuzuur kan wegstromen - explosiegevaar en gevaar door bijtende werking! Raadpleeg een (Audi-)specialist.
- Tijdens het laadproces de laadkabels niet vastmaken of losmaken - explosiegevaar!
Let op
Raadpleeg vóór het laden van de accu beslist de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader!