Gebruiksaanwijzing AUDI A3 jaar 2017
Audi A3 Starten en rijde... Rijden Automatische versnellingsb...
Geldt voor wagens met automatische versnellingsbak
Afbeelding 100Instrumentenpaneel: Keuzehendelstanden
Afbeelding 100Instrumentenpaneel: Keuzehendelstanden
Afbeelding 101Keuzehendelvergrendeling
Afbeelding 101Keuzehendelvergrendeling
De ingeschakelde keuzehendelstand wordt naast de keuzehendel Afbeelding101 en op het display in het instrumentenpaneel weergegeven Afbeelding100. In het instrumentenpaneel wordt ook de actuele versnelling weergegeven.
Contact inschakelen.
In de keuzehendelstand P/N dient u de keuzehendelvergrendeling los te zetten link.
Keuzehendel in de gewenste stand zetten. De ingeschakelde rijstand wordt in de schakelcoulisse weergegeven.
Keuzehendelvergrendeling
De keuzehendelvergrendeling voorkomt dat per ongeluk een rijstand wordt ingeschakeld en de wagen daarbij onbedoeld in beweging komt.
De keuzehendel is in de standen P en N bij ingeschakeld contact vergrendeld. Om de keuzehendel hieruit te halen, moet de bestuurder het rempedaal intrappen, vanuit stand P en N moet bovendien de grendelknop worden ingedrukt.
De keuzehendelvergrendeling werkt alleen bij stilstaande wagen en bij snelheden tot ca. 2 km/h. Bij hogere snelheden wordt de vergrendeling in de stand N automatisch uitgeschakeld.
Bij snel schakelen via stand N (bijvoorbeeld van R naar D/S) wordt de keuzehendel niet vergrendeld. Hierdoor wordt bijvoorbeeld het "losschommelen" bij vastgereden wagen mogelijk. Als de hendel bij niet-ingetrapt rempedaal langer dan ongeveer twee seconden in stand N staat, wordt de keuzehendel vergrendeld.
Uittrekblokkering contactsleutel*
Geldt voor wagens met contactslot
De contactsleutel kan na het uitschakelen van het contact alleen uit het contact worden getrokken wanneer de keuzehendel in stand P staat. Zolang de contactsleutel niet in het contactslot zit, is de keuzehendel in stand P geblokkeerd.
P - Parkeervergrendeling
In deze keuzehendelstand is de wagen tegen wegrollen beveiligd. De parkeervergrendeling mag alleen bij stilstaande wagen worden ingeschakeld .
Om de keuzehendel in keuzehendelstand P te zetten en uit deze stand te nemen, moet de keuzehendelvergrendeling (knop in de keuzehendelgreep) worden losgezet en tegelijkertijd het rempedaal worden ingetrapt.
Bij een uitval van de stroomvoorziening is de keuzehendel in stand P geblokkeerd link of link.
R - Achteruitversnelling
De achteruitversnelling mag alleen bij stilstaande wagen en stationair draaiende motor worden ingeschakeld .
Voor het inschakelen van keuzehendelstand R de keuzehendelvergrendeling loszetten en tegelijkertijd het rempedaal intrappen.
N - Neutrale (stationaire) stand
In deze keuzehendelstand is er geen versnelling ingeschakeld.
D/S - Normale stand voor vooruitrijden
In de stand D/S kan de versnellingsbak in de normale stand D of in de sportstand S worden gebruikt. Om de sportstand S te kiezen, trekt u de keuzehendel kort naar achteren. Door opnieuw te trekken wordt weer de normale stand D gekozen. De gekozen rijstand wordt op het display in het instrumentenpaneel weergegeven.
In de normale stand D kiest de versnellingsbak automatisch de passende overbrengingsverhouding. Deze is afhankelijk van motorbelasting, rijsnelheid en rijstijl.
In de sportmodus S worden de vermogensreserves van de motor volledig benut. Bij het versnellen kunnen de schakelfasen voelbaar zijn.
Voor het inschakelen van keuzehendelstand D/S vanuit N moet bij snelheden onder 2 km/h of bij stilstaande wagen het rempedaal worden ingetrapt .
E – Efficiency*
In de rijmodus efficiency link kiest de versnellingsbak de schakelpunten in lagere toerentalbereiken. Als eerder wordt opgeschakeld, wordt niet het volledige vermogen van de motor benut. Dit zorgt voor een gunstiger brandstofverbruik.
Bij ingestelde rijmodus wordt op het display in het instrumentenpaneel in plaats van D een E weergegeven Afbeelding100.
ATTENTIE
  • Ook bij uitgeschakeld contact kan de wagen wegrollen.
  • Nooit tijdens het rijden de keuzehendel in stand R of P zetten – gevaar voor ongevallen!
  • Bij draaiende motor is het in alle keuzehendelstanden (behalve P) nodig om het rempedaal ingetrapt te houden, omdat ook bij stationair toerental de krachtoverbrenging niet helemaal wordt onderbroken - de wagen "kruipt" - gevaar voor ongevallen!
  • Als bij een stilstaande wagen een rijstand is ingeschakeld, mag in geen geval onoplettend gas worden gegeven. De wagen gaat anders direct rijden - onder bepaalde omstandigheden ook wanneer de parkeerrem is vastgezet - gevaar voor ongevallen!
  • Geen gas geven als u bij stilstaande wagen en draaiende motor de keuzehendelstand verandert – gevaar voor ongevallen!
  • Als bestuurder nooit de wagen verlaten bij draaiende motor en ingeschakelde rijstand. Als u bij draaiende motor de wagen moet verlaten, de parkeerrem inschakelen en de parkeervergrendeling P inschakelen.
  • Voordat u of andere personen de motorkap openen en aan de draaiende motor werken, moet de keuzehendelstand in stand P worden gezet en de parkeerrem worden vastgezet - gevaar voor ongevallen! Beslist de waarschuwingsaanwijzingen opvolgen link.
Let op
  • Audi drive select: de sportieve schakelkarakteristiek kan met de rijmodus dynamic worden ingesteld link. Op het display in het instrumentenpaneel verschijnt in plaats van D de rijstand S.
  • Als u tijdens het rijden per ongeluk stand N hebt ingeschakeld, het gaspedaal loslaten en wachten tot de motor stationair draait, voordat u weer rijstand D of S inschakelt.
  • Bij een onderbreking van de stroomvoorziening kan de keuzehendel in stand P niet meer bewogen worden. In dat geval kan de keuzehendel noodontgrendeld worden. Wagens met links stuur link, wagens met rechts stuur link.
Let op
Als de keuzehendelvergrendeling niet vergrendelt, is er sprake van een storing. Om te voorkomen dat de wagen onbedoeld wegrijdt, is de aandrijving onderbroken. Om de keuzehendelvergrendeling weer te laten vergrendelen als volgt te werk gaan:
  • (Geldt voor wagens met 6-traps versnellingsbak: )  rempedaal kort intrappen.
  • (Geldt voor wagens met 7-traps versnellingsbak: )  rempedaal intrappen. Keuzehendel in stand P of N zetten en vervolgens een rijstand kiezen.
  • Beweegt de wagen ondanks de ingeschakelde rijstand niet voor- of achteruit, gaat u dan als volgt te werk:
  • Als de wagen niet in de gewenste richting beweegt, is de rijstand door het systeem mogelijk niet correct ingeschakeld. Rempedaal intrappen en de rijstand opnieuw inschakelen.
  • Als de wagen nog altijd niet in de gewenste richting beweegt, is er sprake van een systeemstoring. Deskundige hulp inschakelen en het systeem laten controleren.
Let op
Plug-inhybrideaandrijving*: als in de sportstand S op de knop link wordt gedrukt, wisselt de versnellingsbak automatisch naar de normale stand D.

Alle afbeeldingen, logo's en teksten zijn eigendom van Audi ©. Deze website heeft geen relatie met het bedrijf Volkswagen - Audi Spanje of een van haar dochterondernemingen ter wereld. Meer informatie. Om contact op te nemen met de auteur van deze website, klik hier.