|
Geldt voor wagens met Selective Catalytic Reduction
De AdBlue-vulopening zit naast de dieselvulopening.
De AdBlue-tank heeft een inhoud van circa 12 l (24 l*).
Als op het scherm in het instrumentenpaneel de opdracht om AdBlue bij te vullen verschijnt, vul dan ten minste de aangegeven hoeveelheid AdBlue bij. Alleen met deze vulhoeveelheid wordt gegarandeerd dat het bijvullen wordt herkend en de motor weer kan worden gestart.
Parkeer de wagen op een horizontaal vlak.
Schakel het contact uit.
Open de tankklep link►.
Draai de vuldop van de vulopening linksom eruit
afb.273►.
AdBlue is irriterend voor de huid, de ogen en de ademhalingsorganen. Bij aanraking met deze vloeistof onmiddellijk met veel water afspoelen. Raadpleeg zo nodig een arts.
- Onjuist gebruik van AdBlue kan schade aan de wagen veroorzaken die uitgesloten is van de garantie.
- Gebruik alleen AdBlue dat voldoet aan de norm ISO 22241-1. Meng geen extra stoffen met de AdBlue en verdun AdBlue ook niet met water.
- Er mag noch AdBlue in de dieseltank, noch diesel in de AdBlue-tank worden gevuld. Als u verkeerde brandstof getankt heeft, start dan in geen geval de motor - gevaar voor schade aan het tanksysteem en de motor! Schakel een (Audi-)specialist in.
- AdBlue tast oppervlakken, zoals bijvoorbeeld gespoten plaatdelen, kunststoffen en tapijten aan. Verwijder de vloeistof zo snel mogelijk met een vochtige doek en veel koud water. Als de AdBlue reeds is gekristalliseerd, gebruik dan warm water en een spons. Niet-verwijderde AdBlue-resten kristalliseren na een bepaalde tijd en kunnen schade aan de betreffende oppervlakken toebrengen.
- Neem navulflessen of navuljerrycans niet permanent in de wagen mee, omdat bij lekkage vrijkomende AdBlue het interieur van de wagen kan beschadigen.
- Laat AdBlue niet op de kleding komen. Bij aanraking met deze vloeistof onmiddellijk met veel water afspoelen.
Let op
Neem ook de aanwijzingen van de AdBlue-fabrikant voor het gebruik en de opslag in acht.