|
Geldt voor wagens met automatische versnellingsbak
De ingeschakelde rijstand wordt naast de keuzehendel weergegeven
afb.98►.
Bovendien verschijnt de ingeschakelde rijstand op het display in het instrumentenpaneel.
Afhankelijk van de ingeschakelde rijstand en de gewenste rijstand, moet u de keuzehendelvergrendeling loszetten.
Hiervoor drukt u de ontgrendelknop -1- op de keuzehendel in
afb.98►.
Om de volgende rijstand te kiezen de keuzehendel tot het eerste drukpunt naar voren of achteren bewegen. De keuzehendel keert in de uitgangspositie terug.
Om een rijstand over te slaan, beweegt u de keuzehendel over het drukpunt heen in de gewenste rijstand. De keuzehendel keert in de uitgangspositie terug.
Om bijvoorbeeld vanuit rijstand D direct naar rijstand R te schakelen, kunt u rijstand N overslaan.
Keuzehendelvergrendeling
De keuzehendelvergrendeling voorkomt dat per ongeluk een rijstand wordt ingeschakeld en de wagen daarbij onbedoeld in beweging komt. Om deze reden moet u bij het inschakelen van bepaalde rijstanden ontgrendelknop -1- op de keuzehendel indrukken en/of het rempedaal intrappen
afb.98►.
Om bij draaiende motor en stilstaande wagen een rijstand in te schakelen, moet u het rempedaal intrappen.
Als u binnen een seconde van de vooruitversnelling D naar de achteruitversnelling R schakelt, hoeft u het rempedaal niet in te trappen. Dat stelt u bijvoorbeeld in staat, een vastgereden wagen "los te schommelen".
P - Parkeervergrendeling
In deze rijstand is de wagen tegen wegrollen beveiligd. Schakel de parkeervergrendeling alleen bij stilstaande wagen in ►. Om rijstand P in te schakelen, drukt u de P-knop -2- op de keuzehendel in
afb.98►.
Naast de keuzehendel verschijnt P.
(Geldt voor wagens met S tronic-versnellingsbak: ) De parkeervergrendeling kan alleen bij ingeschakeld contact en ingetrapt rempedaal worden losgezet. Om de parkeervergrendeling los te zetten, trapt u het rempedaal in, drukt u ontgrendelknop -1- op de keuzehendel in en kiest u de gewenste rijstand
afb.98►.
Om rijstand D of R in te schakelen, moet tevens de motor worden gestart.
(Geldt voor wagens met tiptronic-versnellingsbak: ) De parkeervergrendeling kan alleen bij draaiende motor en ingetrapt rempedaal worden losgezet. Om de parkeervergrendeling los te zetten, trapt u het rempedaal in, drukt u ontgrendelknop -1- op de keuzehendel in en kiest u de gewenste rijstand
afb.98►.
Als u de motor in rijstand D, E, S, R of in de handmatige functie afzet, wordt automatisch P ingeschakeld.
Als u de motor in rijstand N afzet, blijft de versnellingsbak ca. 30 minuten in N en schakelt dan P in. De wagen is in rijstand N niet tegen wegrollen beveiligd, schakel daarom altijd de parkeerrem in
link►.
Om de wagen af te slepen, moet u de parkeervergrendeling noodontgrendelen link►.
R - Achteruitversnelling
In deze stand is de achteruitversnelling ingeschakeld. Schakel de achteruitversnelling alleen bij stilstaande wagen en stationair toerental van de motor in ►. Om de rijstand R in te schakelen, trapt u het rempedaal in, drukt u ontgrendelknop -1- op de keuzehendel in en kiest u rijstand R
afb.98►.
Bij het inschakelen van de achteruitversnelling klinkt een bevestigingstoon.
N - Neutrale (stationaire) stand
In deze stand is er geen versnelling ingeschakeld. Om de rijstand N in te schakelen, drukt u ontgrendelknop -1- op de keuzehendel in en kiest u rijstand N
afb.98►.
Als u de motor in rijstand N afzet, blijft de versnellingsbak ca. 30 minuten in N en schakelt dan P in.
Bij uitgeschakeld contact kan de rijstand N niet meer worden ingeschakeld. Wanneer u door een autowasstraat rijdt, kiest u daarom eerst rijstand N en zet u daarna de motor af.
In rijstand N kan de wagen om veiligheidsredenen niet worden vergrendeld.
D/S - Vooruitrijden
In de rijstand D/S kan de versnellingsbak in de normale stand D of in de sportstand S worden gebruikt. Om de sportstand S in te schakelen, beweegt u de keuzehendel naar achteren. Rijstand S kunt u alleen vanuit D resp. E inschakelen. Om vanuit de rijstand S weer D resp. E in te schakelen, beweegt u de keuzehendel eveneens naar achteren ►. Om bij een snelheid onder de 2 km/h vanuit stand N de rijstand D in te schakelen, trapt u het rempedaal in en kiest u rijstand D ►.
In de normale stand D kiest de versnellingsbak automatisch de geschikte overbrengingsverhouding. Deze is afhankelijk van motorbelasting, rijsnelheid en rijstijl.
U kunt de sportstand S voor een sportieve rijstijl kiezen. Het volledige vermogen van de motor wordt benut. Bij het versnellen kunnen de schakelfasen voelbaar zijn.
Als u in de drive select* de modus dynamic instelt, wordt automatisch de rijstand S ingeschakeld.
E – Efficiency*
In de rijmodus efficiency link► kiest de versnellingsbak de schakelpunten in lagere toerentalbereiken. Als eerder wordt opgeschakeld, wordt niet het volledige vermogen van de motor benut. Dit zorgt voor een gunstiger brandstofverbruik.
Op het scherm wordt in plaats van de rijstand D een E weergegeven.
- Controleer voor het wegrijden of de gewenste rijstand naast de keuzehendel wordt weergegeven.
- Ook bij uitgeschakeld contact kan de wagen wegrollen.
- Bij draaiende motor is het in alle rijstanden (behalve P of N) nodig om het rempedaal ingetrapt te houden, omdat ook bij stationair toerental de krachtoverbrenging niet helemaal wordt onderbroken - de wagen "kruipt".
- Voordat u of andere personen de motorkap openen, moet rijstand P worden ingeschakeld en de parkeerrem worden vastgezet - gevaar voor ongevallen! Volg beslist de waarschuwingsaanwijzingen op link►.
Let op
Als u tijdens het rijden per ongeluk stand N hebt ingeschakeld, het gas loslaten en wachten tot de motor stationair draait, voordat u weer D of S inschakelt.