Als het controlelampje
brandt, is de parkeerrem vastgezet.

Als het controlelampje
knippert, is de remkracht niet voldoende opgebouwd resp. afgebouwd. De wagen extra vastzetten, door de 1e versnelling (schakelbak) in te schakelen resp. de rijstand P (automatische versnellingsbak) te kiezen. Let er vóór het wegrijden op of het controlelampje uitgegaan is.


Er is sprake van een storing in de parkeerrem. Rijd direct naar een (Audi-)specialist om de storing te laten verhelpen. Parkeer de wagen niet op hellingen, omdat de wagen dan zou kunnen wegrollen.

De remkracht is niet voldoende om de wagen vast te zetten. De remmen zijn te heet geworden. De wagen kan ook op een lichte helling wegrollen.

Als deze aanwijzing voor de bestuurder verschijnt, trapt u eerst het rempedaal in en zet u daarna zo nodig de parkeerrem los.

De noodremfunctie is geactiveerd.
Let op
Meer aanwijzingen over de parkeerrem link►.