|
De juiste bandenspanning voor af fabriek gemonteerde banden en voor het reservewiel* is op een sticker aangegeven. De sticker Afbeelding303► bevindt zich aan de kopse kant van het bestuurdersportier.
-A- Bandenmaat
-B- Bandenspanning voor de banden van de vooras
-C- Bandenspanning voor de banden van de achteras
-1- Bandenspanning bij onbeladen wagen
-2- Comfortbandenspanning* bij onbeladen wagen (niet voor alle wagens beschikbaar). Als er een maximumsnelheid is aangegeven, mag u deze snelheid niet overschrijden.
-3- Bandenspanning bij maximaal beladen wagen
-4- Bandenspanning voor het reservewiel*
Bij onbeladen wagen de aangegeven bandenspanning -1- aanhouden. Als u echter met nadruk op comfort wilt rijden, stelt u de comfortbandenspanning -2- in. Wanneer u met maximale belading wilt rijden, moet u de bandenspanning tot de voorgeschreven maximale waarde -3- verhogen ►.
Bandenspanning controleren en corrigeren
De bandenspanning minstens eenmaal per maand en bovendien voor elke langere rit controleren.
Bandenspanning altijd bij koude banden controleren. De verhoogde spanning bij warme banden niet verminderen.
Op de sticker Afbeelding303► de juiste bandenspanning aflezen die past bij uw wagenbelading.
Bandenspanning zo nodig corrigeren.
De spanning van het noodreservewiel*of reservewiel* controleren. Altijd de hoogste spanning aanhouden, die voor de band is bedoeld.
De bandenspanning altijd aan uw rijstijl en de actuele wagenbelading aanpassen.
- Overbelading kan ertoe leiden dat u de controle over de wagen verliest - gevaar voor ongevallen!
- Bij te lage bandenspanning, te hoge wagenbelading of snelheid krijgt de band een grotere vervorming te verduren. Hierdoor wordt de band te warm. Dit kan zelfs tot een klapband leiden en u kunt de controle over de wagen verliezen - gevaar voor ongevallen!
- Een verkeerde bandenspanning vergroot de bandenslijtage en heeft een negatief effect op het rij- en remgedrag van de wagen - gevaar voor ongevallen!
VOORZICHTIG
Verloren ventieldopjes vervangen om schade aan de bandenventielen te voorkomen.
Milieu-aanwijzing
- Te lage bandenspanning verhoogt het brandstofverbruik.
- Bij het rijden met comfortbandenspanning kan ook het brandstofverbruik hoger worden.
Let op
Wij adviseren, bij onbeladen wagen de bandenspanning -1- of bij maximale belading de bandenspanning -3- te gebruiken.