|
Geldt voor wagens met bandenspanningscontrolesysteem
Juist opgeslagen normspanningen vormen de basisvoorwaarde voor een betrouwbare bandenspanningscontrole.
Het opslaan van de bandenspanningen is altijd noodzakelijk, als de bandenspanning bijvoorbeeld door een wijziging in de belading opnieuw werd aangepast of nieuwe sensoren werden ingebouwd.
Vóór het opslaan moeten de actuele bandenspanningen van alle vier de banden voldoen aan de voorgeschreven waarden en zijn aangepast aan de actuele belading Afbeelding►. De bandenspanning alleen corrigeren en opslaan bij banden die ongeveer op omgevingstemperatuur zijn. Als de temperatuur van de band hoger is dan de omgevingstemperatuur, moet de bandenspanning met circa 0,2 bar worden verhoogd ten opzichte van de waarde op de sticker.
Contact inschakelen.
In het infotainment de toets MENU > Service & controle > Bandenspanningscontrole > Bandenspanning opslaan > Ja, nu opslaan kiezen. Na het opslaan, meet het bandenspanningscontrolesysteem tijdens de aansluitende rit de actuele bandenspanningen en slaat deze als nieuwe normspanningen op.
Als de gewijzigde bandenspanningen niet in het infotainment worden weergegeven, ongeveer 10 minuten met de wagen rijden, zodat het sensorsignaal van de wielen weer wordt ontvangen.
Tijdens het inleren wordt voor druk en temperatuur --,-- weergegeven en het bandenspanningscontrolesysteem is slechts gedeeltelijk beschikbaar. Het systeem waarschuwt alleen als één of meerdere bandenspanningen onder de minimaal voorgeschreven spanning liggen.
Als het controlelampje brandt en daarnaast de aanwijzing voor de bestuurder Bandenspanning: bandenwissel herkend. Alle banden controleren en in de MMI opslaan verschijnt, heeft het systeem herkend dat de posities van de sensoren gewijzigd zijn, doordat de wielen gewisseld zijn of nieuwe sensoren zijn ingebouwd. Nieuwe bandenspanningen opslaan.
ATTENTIE
Let op de belangrijke informatie en aanwijzingen link►.