|
Geldt voor wagens met plug-inhybrideaandrijving
U kunt aan led -A-, het displayveld op de bedieningseenheid -B- Afbeelding► en de statusled -2- Afbeelding► verschillende bedrijfstoestanden aflezen.
Symbool | Storingcode | Led op de bedieningseenheid -A- | Betekenis | Oplossing | |
Blauw | Knippert | Zelftest | |||
Groen | Brandt | Kabel correct ingestoken | |||
Knippert | Kabel correct ingestoken en laadt | ||||
Wit | Brandt | Succesvol afgeronde zelftest, kabel in wagenlaadaansluiting niet of niet correct ingestoken. | Steek de kabel correct in. | ||
330, 340 | Rood | Brandt | Kabel niet correct ingestoken of defect. | Controleer de kabel en steek deze correct in of vervang de kabel. | |
200, 210, 260, 410, 450, 460, 490, 500 | Rood | Brandt | Storing in de bedieningseenheid. | Koppel de bedieningseenheid los van het net en laat de storing door een (Audi-)specialist verhelpen. | |
180, 190 | Rood | Brandt | Bedieningseenheid is oververhit resp. onderkoeld. | Laat de bedieningseenheid afkoelen resp. gebruik deze binnen het aangegeven temperatuurbereik. | |
130, 140, 470 | Rood | Brandt | De communicatie met de wagen is foutief. | De storing door een (Audi-)specialist laten verhelpen. | |
300, 310, 370, 390 | Rood | Brandt | Storing in de thuisinstallatie. | Laat de elektrische installatie door een gekwalificeerde elektrovakkracht controleren. | |
480 | Rood | Knippert | Storing in de thuisinstallatie (randaarde onderbroken). | Laat de elektrische installatie inclusief de bedieningseenheid door een gekwalificeerde elektrovakkracht controleren. | |
110 | Rood | Knippert | Aardlekschakelaar (FI) in de bedieningseenheid geactiveerd. | De aardlekschakelaar met de OK-toets -D- Afbeelding► terugzetten. Bij hernieuwde indicatie de elektrische installatie door een gekwalificeerde elektrovakkracht laten controleren. |
Tabel Laadsysteem: Bedieningseenheid
Led op de wagen -2- | Betekenis | Oplossing | |
Groen | Brandt | Het laden van de hoogvoltaccu is afgerond. | Trek de laadsteker los, plaats de dop en sluit de afdekking van de laadeenheid. |
Brandt pulserend | Hoogvoltaccu wordt geladen resp. het klimaat in de wagen wordt geregeld. | ||
Knippert ongeveer een minuut na het verlaten van de wagen | Laadtimer is geprogrammeerd, maar het laden is nog niet begonnen. Daarnaast brandt de led in de knop -1- Afbeelding►. | ||
Geel | Brandt | Er is ondanks aangesloten laadkabel geen stroomnet herkend. | Laat de stroomvoorziening resp. het stroomnet controleren. Controleer de statusindicaties op de bedieningseenheid link►. Zo nodig een (Audi-)specialist inschakelen. |
Knippert | Keuzehendel staat niet in stand P. | Zet de keuzehendel in stand P. | |
Rood | Brandt | De laadsteker kon door de wagen niet correct in de laadaansluiting vergrendeld worden. | Controleer of de laadsteker goed is ingestoken link►. Trek de laadsteker los en steek deze opnieuw in de laadaansluiting. Zo nodig een (Audi-)specialist inschakelen. |
Knippert | Storing in laadsysteem. De hoogvoltaccu kan niet worden geladen. Of: de buitentemperatuur is te laag. De hoogvoltaccu kon niet volledig worden geladen. | Zo nodig een (Audi-)specialist inschakelen. |
Tabel Wagen: Laadeenheid
Let op
De bedrijfstoestanden van de led -2- in de wagen worden ook op het display in het instrumentenpaneel resp. op het infotainmentscherm weergegeven.