Geldt voor wagens met plug-inhybrideaandrijving
Algemeen
De plug-inhybrideaandrijving is een aandrijfconcept, waarmee u tussen de aandrijfsoorten elektro- en verbrandingsmotor kunt kiezen of deze kunt combineren.
Alle werkzaamheden aan het hoogvoltsysteem mogen uitsluitend door opgeleide hoogvolttechnici en geautoriseerde specialisten worden uitgevoerd aan de hand van de Audi-richtlijnen.
Het hoogvoltsysteem bestaat uit de volgende hoogvoltcomponenten: de hoogvoltaccu, de vermogenselektronica, de elektromotor, de hoogvoltaircocompressor, de hoogvoltverwarming, het laadsysteem en laadaansluiting en de oranjekleurige hoogvoltbekabeling.
Het in deze paragraaf van het instructieboekje genoemde gaspedaal komt overeen met het gaspedaal van een gewone wagen.
Hoogvoltaccu
De hoogvoltaccu zit aan onderkant van de wagen voor de achteras en heeft geen door de bestuurder uit te voeren onderhoud nodig. Meer informatie over de hoogvoltaccu vindt u op link►.
ATTENTIE
De spanning van het hoogvoltsysteem is levensgevaarlijk! Aanraken van beschadigde hoogvoltcomponenten kan een dodelijke stroomstoot tot gevolg hebben. De onderdelen van het hoogvoltsysteem zijn gekenmerkt met een waarschuwingssticker, die voor hoge spanning waarschuwt.
- Ook bij uitgeschakeld contact bestaat er een levensgevaarlijke spanning in het hoogvoltsysteem!
- Nooit werkzaamheden uitvoeren aan de oranjekleurige hoogvoltkabels of aan de hoogvoltcomponenten. Werkzaamheden aan het hoogvoltsysteem mogen alleen worden uitgevoerd door geautoriseerde specialisten, die voor deze werkzaamheden zijn goedgekeurd.
- Nooit de oranjekleurige hoogvoltkabels beschadigen, veranderen, uitbouwen of losmaken van het hoogvoltsysteem.
- Nooit in de buurt van hoogvoltcomponenten en hoogvoltkabels werkzaamheden met verspanende, vervormende, scherpe gereedschappen of met warmtebronnen uitvoeren.
- Bij alle werkzaamheden aan het hoogvoltsysteem en de hoogvoltcomponenten de Audi-richtlijnen opvolgen.
- Bij werkzaamheden aan het hoogvoltsysteem en hoogvoltcomponenten de sleutel uit de buurt van de wagen opbergen, zodat er geen risico bestaat dat het contact per ongeluk wordt ingeschakeld.
- Gassen die uit de hoogvoltaccu ontsnappen kunnen giftig of ontvlambaar zijn.
- Beschadigingen aan de hoogvoltaccu kunnen meteen of op een later tijdstip leiden tot lekkage. Giftige of ontvlambare gassen kunnen dan vrijkomen. Deze gassen niet inademen!
- Elk contact met vloeistoffen die uit de hoogvoltaccu vrijkomen vermijden.
- De elektrolytvloeistof in de hoogvoltaccu is bijtend. Bij huidcontact met de elektrolytvloeistof de betreffende plek ten minste 15 minuten lang met schoon water afspoelen. Vervolgens de betreffende plek met zeep wassen. De betreffende plek door een arts laten bekijken.
- Bij een technische noodsituatie de helpers informeren dat de wagen met een hoogvoltaccu is uitgerust.
Werkend op elektriciteit maakt de wagen aanzienlijk minder stationair-, rij- en bedrijfsgeluiden dan bij draaiende verbrandingsmotor. Andere verkeersdeelnemers, zoals voetgangers en kinderen, kunnen daardoor de elektrisch aangedreven wagen niet of zeer moeilijk horen en opmerken. Dit kan ongevallen en verwondingen tot gevolg hebben, bijvoorbeeld in verkeersluwe zones, tijdens het rangeren of achteruitrijden.
De wagen nooit bij ingeschakelde rijstand in rijklaarstand link► zonder toezicht neerzetten. De wagen kan zich in beweging zetten ("kruipen"), ook als de verbrandingsmotor is uitgeschakeld, omdat de elektromotor nog in bedrijf is. Dit kan ongevallen en zware of dodelijke verwondingen tot gevolg hebben. Als de wagen in de rijklaarstand wordt gezet, verschijnt kort de statusmelding e-tron READY op het display in het instrumentenpaneel en de wijzer in de powermeter staat op READY link►.
- Verzeker u ervan dat bij het verlaten van de wagen de keuzehendel in stand P staat en het contact is uitgeschakeld.
VOORZICHTIG
- Als de onderkant van de wagen de grond raakt, kan het hoogvoltsysteem worden beschadigd. Onmiddellijk naar een (Audi-)specialist rijden en de wagen laten controleren.
- De elektrische aandrijving kan tijdens het rijden zeer heet worden. De wagen niet parkeren, indien zich olie-, brandstofresten of andere ontvlambare substanties onder resp. naast de wagen bevinden.