|
Geldt voor wagens met Selective Catalytic Reduction
Voor het bijvullen van AdBlue moet een speciale navulfles worden gebruikt.
De AdBlue-vulopening zit naast de dieselvulopening. Tenminste de op het display in het instrumentenpaneel weergegeven hoeveelheid AdBlue bijvullen. Alleen met deze vulhoeveelheid wordt gegarandeerd dat het bijvullen herkend wordt en de motor weer gestart kan worden. Er kan max. 15 liter worden bijgevuld.
Vulopening openen en AdBlue met de fles bijvullen
Voorwaarde: op het display in het instrumentenpaneel verschijnt de oproep AdBlue bij te vullen.
De wagen op een horizontaal vlak parkeren.
Contact uitschakelen.
Tankklep openen link►
.
De vuldop van de vulopening linksom eruit draaien Afbeelding305►
.
Deksel van de navulfles verwijderen.
Navulfles tot de aanslag rechtsom op de vulopening draaien.
Om de fles te legen, de bodem van de fles licht indrukken. De flesbodem ingedrukt houden totdat de fles leeg is en er geen vloeistof meer in de tank loopt.
De fles linksom eraf draaien, zonder de flesbodem in te drukken.
Vulopening sluiten
AdBlue-vuldop rechtsom op de vulopening draaien, tot de dop hoorbaar vastklikt.
Voor het sluiten op de linkerzijde van de tankklep drukken, tot deze hoorbaar vastklikt.
Na het vullen
Er moet met de wagen worden gereden, zodat het bijgevulde AdBlue door het systeem wordt herkend. Dit proces kan meerdere minuten duren.
Wanneer er geen AdBlue meer in de tank zit en een actieradius van
0 km op het display wordt weergegeven, moet u gedurende ca. 30 seconden het contact inschakelen en daarna pas de motor starten.
ATTENTIE
AdBlue is irriterend voor de huid, de ogen en de ademhalingsorganen. Bij aanraking met deze vloeistof onmiddellijk met veel water afspoelen. Zo nodig een arts raadplegen.
VOORZICHTIG
- Gebruik alleen AdBlue dat overeenkomt met de norm ISO 22241-1. Geen extra stoffen bij de AdBlue mengen en niet verdunnen met water.
- Er mag noch AdBlue in de dieseltank, noch diesel in de AdBlue-tank worden gevuld. Als u verkeerde brandstof getankt heeft, start dan in geen geval de motor - gevaar voor schade aan het tanksysteem en de motor! Een (Audi-)specialist inschakelen.
- AdBlue tast oppervlakken, zoals bijvoorbeeld gespoten plaatdelen, kunststoffen en tapijten aan. De vloeistof zo snel mogelijk verwijderen met een vochtige doek en ruim koud water. Als de AdBlue reeds is gekristalliseerd, warm water en een spons gebruiken. Niet-verwijderde AdBlue-resten kristalliseren na een bepaalde tijd en kunnen schade aan de betreffende oppervlakken toebrengen.
- Navulflessen niet permanent in de wagen meenemen omdat bij lekkage vrijkomende AdBlue het interieur van de wagen kan beschadigen.
- Laat AdBlue niet op de kleding komen. Bij aanraking met deze vloeistof onmiddellijk met veel water afspoelen.
- Alleen navulflessen gebruiken, die voor uw wagen zijn toegelaten. BIj het gebruik van andere systemen kan door lekkage AdBlue vrijkomen.
Let op
- Neem ook de aanwijzingen van de AdBlue-fabrikant voor het gebruik en de opslag in acht.
- Navulflessen zijn verkrijgbaar bij uw (Audi-)specialist.
- Een toegelaten navulfles bevat circa 1,9 liter AdBlue.
- Bij zeer lage buitentemperaturen kan AdBlue bevriezen. Zodoende kan niet worden herkend dat er is bijgevuld en het systeem blijft u informeren over het lage AdBlue-vloeistofpeil. De melding gaat uit, zodra de tank weer ontdooid is.