|
Geldt voor wagens met filehulp
De filehulp ondersteunt de bestuurder bij het rijden in filesituaties of bij langzaamrijdend verkeer.
-
- Afbeelding 164Knipperlichthendel: Knop voor activeren van de filehulp
-
- Afbeelding 165Instrumentenpaneel: Filehulp
De filehulp is een aanvulling op de active lane assist link►
en gebruikt diens functies gecombineerd met die van de adaptive cruise control link►
. De filehulp helpt u om de wagen in de rijstrook te houden. Daarbij bedient het systeem binnen de systeemgrenzen bij ingeschakelde adaptive cruise contol zelfstandig de stuurinrichting. Aangezien de filehulp een ondersteunend systeem is, moet de bestuurder altijd klaar zijn om te sturen en de handen op het stuurwiel laten. De regeling kan op elk moment door een stuuringreep van de bestuurder worden onderbroken.
Het systeem is geconstrueerd voor het rijden op snelwegen en provinciale wegen.
Voorwaarden voor het gebruik van de filehulp
De rijsnelheid is lager dan ca. 65 km/h.
De active lane assist moet ingeschakeld zijn en aan beide zijden van de eigen rijstrook een begrenzingslijn herkend hebben link►
. In het infotainment moet het stuurtijdstip
vroeg ingesteld zijn link►
.
De adaptive cruise control moet ingeschakeld en actief zijn link►
.
Filehulp in- en uitschakelen
Om het systeem in en uit te schakelen op de knop Afbeelding164►
drukken.
Schakelt u de filehulp in de volgende situaties altijd uit:
- Als een verhoogde oplettendheid van de bestuurder vereist is.
- Bij slechte weersomstandigheden, bv. bij sneeuw of hevige regen.
- Als de toestand van de weg slecht is.
- Bij wegwerkzaamheden.
- In het stadsverkeer.
Controlelampjes
en
- filehulp is ingeschakeld. Voorligger herkend. Uw wagen regelt tijdens het rijden Afbeelding165►
.
Indien na een herhaalde oproep tot overname door de bestuurder deze de besturing niet overneemt, wordt de filehulp uitgeschakeld en de noodgevalassistent geactiveerd link►
.
ATTENTIE
Laat uw handen altijd op het stuurwiel, zodat u steeds klaar bent om te sturen. De verantwoordelijkheid voor het aanhouden van de rijstrook en de inschatting van de verkeerssituatie ligt altijd bij de bestuurder. Let op de waarschuwingsaanwijzingen op ►. De filehulp nooit in de volgende situaties gebruiken - gevaar voor ongevallen!
- In het terrein of op onverharde wegen.
- In het stadsverkeer of bij wegwerkzaamheden.
- Op bochtige trajecten.
- Binnen smalle rijstroken.
- In bijzondere verkeerssituaties, zoals kruispunten of tolpoorten.
Let op
De geleiding gebeurt niet noodzakelijk midden in de eigen rijstrook.