|
Geldt voor wagens met Audi active lane assist
Om het systeem in en uit te schakelen op de knop Afbeelding168►
drukken. Het controlelampje in het instrumentenpaneel brandt resp. gaat uit.
Analoog instrumentenpaneel
|
Audi virtual cockpit*
|
Betekenis aan de betreffende zijde
|
Groene lijnen
|
Groene lijn(en)
(links of rechts) |
De active lane assist is ingeschakeld en gebruiksklaar.
|
-
|
Rode lijn
(links of rechts) |
De active lane assist waarschuwt u voor het verlaten van de rijstrook. Bovendien vibreert het stuurwiel licht.
|
Gele lijnen
|
Grijze lijn(en)
(links of rechts) |
De active lane assist is weliswaar ingeschakeld, maar niet gebruiksklaar./div>
|
Als het systeem ingeschakeld, maar niet gebruiksklaar is, kan dit de volgende oorzaken hebben:
- Er is geen scheidingslijn aanwezig.
- De relevante scheidingslijnen worden niet herkend (bv. bij markeringen voor wegwerkzaamheden, door sneeuw, vuil, regen, tegenlicht).
- De rijsnelheid ligt onder de activeringssnelheid van ca. 65 km/h (afhankelijk van het land).
- De rijstrook is te smal of te breed.
- De bocht is te scherp.
- U heeft de handen niet op het stuur.
Let op
- Let erop dat het cameravenster Afbeelding169► niet door stickers o.i.d. wordt afgedekt. Aanwijzingen voor schoonmaken link► .
- Afhankelijk van het land: elke keer dat het contact wordt ingeschakeld, blijft het al ingeschakelde systeem klaar voor gebruik.