|
|
Geldt voor wagens met plug-inhybrideaandrijving
U heeft de keuze tussen een elektrische modus en twee hybridemodi.
Om de modus in te stellen, de knop
zo vaak indrukken dat de gewenste modus op het display in het instrumentenpaneel* of op het scherm van het infotainment* wordt weergegeven.
U kunt de modus bij stilstaande wagen of tijdens het rijden veranderen. Wanneer de bedrijfsfunctie van de wagen een handmatige instelling niet toestaat, wordt de laatst actieve modus ingesteld.
Bij de eerste bediening van de knop
wordt de actieve modus getoond.
Elektrische modus (EV-modus)
In de EV-modus wordt volledig elektrisch gereden.
De EV-modus is bij het begin van elke rit actief, afhankelijk van de bedrijfsfunctie van de wagen. De led in de knop
brandt. Bovendien brandt het controlelampje
in het instrumentenpaneel. De verbrandingsmotor blijft afgezet, voor zover de ladingstoestand van de hoogvoltaccu en de klimatologische omstandigheden het toelaten.
U kunt tot een snelheid van ca. 130 km/h volledig elektrisch rijden.
Hybridemodi
In elke hybridemodus werken de elektro- en verbrandingsmotor efficiënt samen.
Hybrid 1): wanneer deze modus is ingeschakeld, wordt zo veel mogelijk de hoogvoltacculading gebruikt. Deze modus is zeer geschikt voor lange afstanden.
Battery Hold1): de ladingstoestand van de hoogvoltaccu blijft zo veel mogelijk behouden.
Let op
- Geldt voor Battery Hold: afhankelijk van het rijgedrag kan de ladingstoestand van de hoogvoltaccu ook afnemen.
- Wanneer u in de EV-modus rijstand S kiest, wordt automatisch de Battery Hold-modus gekozen. De EV-modus kunt u met de knop weer instellen link► .
- Wordt in rijstand S op de knop link► gedrukt, dan wisselt de versnellingsbak automatisch naar de normale stand D.
- Bij temperaturen lager dan circa –10 °C wordt bij het elektrisch rijden (EV-modus) het verwarmingsvermogen van de wagen gereduceerd, zodat een grotere actieradius wordt behaald. Indien de ruiten beslagen zijn resp. een hoger verwarmingsvermogen wordt gewenst, kunt u een andere hybridemodus kiezen.