|
Geldt voor wagens met grootlichtassistent
De grootlichtassistent schakelt het grootlicht afhankelijk van de omgevingsinvloeden automatisch in of uit.
Door een camera in de binnenspiegelbevestiging kunnen lichtbronnen van andere verkeersdeelnemers geregistreerd worden. Afhankelijk van de positie van voor u rijdende en u tegemoetkomende voertuigen, de rijsnelheid en andere omgevings- en verkeersomstandigheden, wordt het grootlicht automatisch in- of uitgeschakeld.
(Geldt voor wagens met matrix-ledkoplampen: ) De grootlichtassistent schakelt afzonderlijke segmenten van het grootlicht in- of uit. Het relevante gebied voor de wagen wordt gedimd, de rest blijft verlicht. Hierdoor wordt de omgeving optimaal verlicht, zonder verkeersdeelnemers te verblinden.
Grootlichtassistent activeren
Voorwaarde: de lichtschakelaarstand AUTO is ingesteld, het dimlicht is ingeschakeld en de grootlichtassistent is in het infotainment ingeschakeld link►
.
Om de grootlichtassistent te activeren, drukt u de hendel naar voren -3- Afbeelding►
. Het controlelampje
resp.
op het display in het instrumentenpaneel verschijnt en het grootlicht wordt automatisch in- en uitgeschakeld. Als het grootlicht gedeeltelijk of geheel is ingeschakeld, brandt het controlelampje
.
Grootlicht handmatig in- en uitschakelen
Als het grootlicht eens niet zoals verwacht in- of uitgeschakeld werd, kunt u het handmatig bedienen:
Om het grootlicht handmatig in te schakelen, drukt u de hendel naar voren -3-. Het controlelampje
brandt. Om het grootlicht weer uit te schakelen, trekt u de hendel naar achteren -4-.
Om het grootlicht handmatig uit te schakelen, trekt u de hendel naar achteren -4-. De grootlichtassistent is gedeactiveerd.
Grootlichtsignaal bedienen
Om bij geactiveerde grootlichtassistent en uitgeschakeld grootlicht het grootlichtsignaal te bedienen, trekt u de hendel naar achteren -4-. De grootlichtassistent blijft daarbij geactiveerd.
Aanwijzingen voor de bestuurder op het display in het instrumentenpaneel
Grootlichtassistent: systeemstoring!
Grootlichtassistent: storing! Zie instructieboekje
Op korte termijn naar een (Audi-)specialist rijden en de storing laten verhelpen. U kunt het grootlicht net als voorheen handmatig in-/uitschakelen.
Grootlichtassistent: momenteel niet beschikbaar. Geen camerazicht
Grootlichtassistent: momenteel niet beschikbaar. Camerazicht omgevingsgebonden beperkt. Zie instructieboekje
Het zicht van de camera is bijvoorbeeld door stickers of verontreinigingen belemmerd. Voorruit reinigen a.u.b.
De sensor zit in de binnenspiegelbevestiging. Daarom geen stickers op dat deel van de voorruit plakken.
ATTENTIE
De grootlichtassistent heeft slechts een ondersteunende functie. De bestuurder is hiermee niet ontslagen van de plicht om de rijverlichting te controleren en naar gelang de licht- en zichtomstandigheden de verlichting handmatig in te schakelen. In de volgende situaties kan handmatig ingrijpen noodzakelijk zijn:
- Bij ongunstige weersomstandigheden, zoals mist, hevige neerslag, opstuivende sneeuw of opspattend water.
- Op wegen, waarop de tegenliggers gedeeltelijk aan het zicht onttrokken zijn, bv. snelwegen.
- Bij verkeersdeelnemers met slechte verlichting, zoals bijvoorbeeld fietsers.
- In scherpe bochten, steile hellingen of afdalingen.
- In slecht verlichte plaatsen.
- Bij sterke reflectoren, bv. verkeersborden.
- Als de voorruit bij de sensor beslagen, vuil of door stickers of ijs bedekt is.