De functies worden in het infotainment ingesteld.
In het infotainment de toets
MENU >
Wagen > linkerkeuzetoets >
Wageninstellingen >
Buitenverlichting kiezen.
Automatische rijverlichting*
In het menu
Automatisch rijlicht heeft u de volgende instellingsmogelijkheden:
Inschakeltijdstip* - of de automatische rijverlichting
vroeg,
middel of
laat inschakelt, kunt u met de gevoeligheid van de lichtsensor instellen.
Grootlichtassistent* - u kunt de grootlichtassistent* in- en uitschakelen.
U kunt de in-/uitstapverlichting* in- en uitschakelen. Deze zorgt er bij duisternis voor dat bij het ontgrendelen van de wagen en na het uitschakelen van het contact en openen van het bestuurdersportier de omgeving van de wagen wordt verlicht.
De in-/uitstapverlichting werkt alleen bij duisternis en in de lichtschakelaarstand AUTO*.
Geldt voor wagens met xenonkoplampen
De lichtbundel van het dimlicht is asymmetrisch. Hierdoor wordt de rand van de weg aan de zijde waarop u rijdt sterker verlicht. Als u in een land rijdt waar aan de andere zijde van de weg wordt gereden dan in het thuisland, verblindt u het tegemoetkomend verkeer. Om te voorkomen dat u het verkeer verblindt, kunt u de
Verlichting voor linksrijdend verkeer of de
Verlichting voor rechtsrijdend verkeer inschakelen.
Bij wagens met ledkoplampen* zijn de koplampen voor zowel linksrijdend en rechtsrijdend verkeer geconstrueerd.