- Afb.1 Bestuurdersportier: Slotcilinder
Als de centrale vergrendeling uitvalt, kunt u het bestuurdersportier via de slotcilinder vergrendelen en ontgrendelen.
Om het bestuurdersportier te ontgrendelen, draait u de sleutel in ontgrendelingsstand -A-.
Om het bestuurdersportier te vergrendelen, brengt u de keuzehendel in stand P (automatische versnellingsbak) en draait u de sleutel eenmaal in vergrendelingsstand -B- ATTENTIE!.
Om de wagen te vergrendelen zonder de inbraakbeveiliging* in te schakelen, draait u de sleutel binnen 2 seconden een tweede keer in vergrendelingsstand -B-.
Om het alarmsysteem* uit te schakelen, moet u na het openen van het bestuurdersportier binnen 15 seconden het contact inschakelen. Anders wordt het alarm geactiveerd.
Of bij het ontgrendelen de hele wagen wordt ontgrendeld of slechts één van de portieren, is afhankelijk van de instellingen in het bestuurdersinformatiesysteem* (radio* of MMI*) Link.
Bij van buitenaf vergrendelde wagen met ingeschakelde inbraakbeveiliging* mogen er geen personen - vooral geen kinderen - in de wagen achterblijven, omdat de portieren en ruiten van binnenuit niet meer kunnen worden geopend. Vergrendelde portieren maken het hulpverleners moeilijk om in geval van nood in de wagen te komen - levensgevaar!
Aanwijzing
Andere functies van de sleutel met radiografische afstandsbediening resp. comfortsleutel Link.