- Afb.1 Sleutelset (voorbeeld 1)
Geldt voor wagens: met bestuurdersinformatiesysteem
De bestuurder kan op de radio* of in de MMI* vastleggen welke portieren met de centrale vergrendeling worden ontgrendeld.
Kies: functietoets CAR > Wageninstellingen.
Eénportierontgrendeling* - U kunt vastleggen, welke portieren bij het ontgrendelen moeten worden ontgrendeld.
- Als u uit kiest en de knop op de sleutel met radiografische afstandsbediening indrukt, worden alle portieren ontgrendeld.
- Als u aan kiest en de knop op de sleutel met radiografische afstandsbediening eenmaal indrukt, wordt alleen het bestuurdersportier ontgrendeld.
U kunt nog steeds alle portieren en de achterklep ontgrendelen. Drukt u hiervoor tweemaal op de knop van de sleutel met radiografische afstandsbediening resp. comfortsleutel. Of draait u bij wagens met sleutel -B- Afb.1 de sleutel in de slotcilinder van het portier binnen twee seconden tweemaal in ontgrendelingstand.
Bij het vergrendelen worden automatisch alle portieren en de achterklep vergrendeld. Gelijktijdig klinkt er een bevestigingstoon1).
1) Deze functie is niet in alle landen beschikbaar.