Geldt voor wagens met bandenspanningscontrolesysteem
Als het bandenspanningscontrolesysteem niet beschikbaar is, verschijnt op het display in het instrumentenpaneel het controlelampje
en daarnaast de aanwijzing voor de bestuurder Bandenspanning: storing! Zie instructieboekje.
Als na het inschakelen van het contact of tijdens het rijden het controlelampje
verschijnt en daarnaast het controlelampje
circa een minuut knippert en aansluitend continu brandt, is er sprake van een systeemstoring. De storing kan bijvoorbeeld de volgende oorzaak hebben:
- Als de melding aan het einde van de inleerfase verschijnt, kan het systeem één of meerdere van de voor de controle noodzakelijke sensoren in de wielen niet herkennen. Dit kan worden veroorzaakt doordat een of meerdere wielen zonder of met niet-compatibele wielsensoren zijn geplaatst.
- Een wielsensor of andere component is uitgevallen.
- Als u sneeuwkettingen gebruikt, wordt de werking van het systeem vanwege de afschermende eigenschappen van de kettingen belemmerd.
- Het bandenspanningscontrolesysteem is door een zenderstoring niet beschikbaar.
- Zendinstallaties met dezelfde frequentie, zoals bijvoorbeeld meegenomen draadloze hoofdtelefoons of zendapparatuur, veroorzaken door sterke elektromagnetische velden een tijdelijke storing in het systeem.
Zodra het bandenspanningscontrolesysteem weer beschikbaar is, gaan het controlelampje
en de aanwijzing voor de bestuurder uit. Als u de storing niet kunt verhelpen en het controlelampje
blijft branden, naar een (Audi-)specialist rijden en de storing laten verhelpen.