|
|
Bandenslijtage
Banden regelmatig op slijtage controleren.
- Een te lage en te hoge bandenspanning verhoogt de bandenslijtage aanzienlijk.
- Snel rijden door bochten, snel accelereren en sterk remmen verhogen de bandenslijtage.
- Bij een ongewone bandenslijtage de wielafstelling door uw (Audi-)specialist laten controleren.
- Uw wielen opnieuw laten balanceren, indien zich stuurtrillingen als gevolg van een onbalans voordoen. Anders kunnen de banden en andere wagencomponenten sneller slijten.
Slijtagemerktekens
Op de bodem van de profielgroeven van de originele banden zitten op vaste afstanden dwars op de draairichting 1,6 mm hoge slijtagemerktekens Afbeelding221►. De letters "TWI" of driehoekjes op de flank van de band markeren de positie van de slijtagemerktekens.
Wielen wisselen
Het is aan te bevelen om regelmatig de wielen te wisselen om een gelijkmatige slijtage van de wielen te verkrijgen. Hiervoor de wielen van de achteras op de vooras monteren en omgekeerd. Daardoor krijgen de banden ongeveer dezelfde levensduur.
Let bij draairichtinggebonden banden op de aangegeven draairichting op de flank van de band link►.
Verborgen schade
Schade aan banden en velgen is vaak verborgen. Ongebruikelijke trillingen resp. eenzijdig trekken van de wagen kunnen op schade aan de banden wijzen. Direct de snelheid verminderen. Banden op beschadigingen controleren. Is er aan de buitenzijde geen schade herkenbaar, dan langzaam en voorzichtig naar de dichtstbijzijnde (Audi-)specialist rijden om uw wagen te laten controleren.