De bestuurder is altijd verantwoordelijk voor zijn bijrijder en voor de bedrijfsveiligheid van de wagen.
Let vóór elke rit op de volgende punten voor uw eigen veiligheid en die van uw bijrijder:
Zorg ervoor dat de verlichting en de knipperlichten van uw wagen optimaal werken.
Bandenspanning controleren.
Zorg ervoor dat alle ruiten een helder en goed zicht naar buiten bieden.
Bagage goed en veilig bevestigen link►.
Zorg ervoor dat geen enkel voorwerp de bediening van de pedalen kan belemmeren.
Spiegels en stoel verstellen naar gelang uw lichaamslengte.
Kinderen beschermen door een geschikt kinderzitje en juist omgegespte veiligheidsgordel link►.
Juiste zithouding aannemen. Ook uw bijrijder erop wijzen de juiste zithouding aan te nemen link►.
Veiligheidsgordel juist omgespen. Ook uw bijrijder erop wijzen de gordel juist om te gespen link►.