Geldt voor wagens met 4-wielaandrijving
Bij 4-wielaandrijving worden alle vier de wielen aangedreven.
Algemeen
Bij 4-wielaandrijving wordt de aandrijfkracht over alle vier wielen verdeeld. Dit gebeurt automatisch, afhankelijk van uw rijgedrag en de rijwegomstandigheden. Zie ook link►.
Het 4-wielconcept is afgestemd op een hoog motorvermogen. Uw wagen is buitengewoon krachtig en heeft zowel bij normale wegomstandigheden als bij sneeuw en ijs voortreffelijke rijeigenschappen. Juist daarom is het noodzakelijk om rekening te houden met bepaalde veiligheidsaanwijzingen
►.
Winterbanden
Door de 4-wielaandrijving heeft uw wagen met banden in standaarduitvoering onder winterse omstandigheden een goede tractie. Desondanks adviseren wij u s winters om op alle vier de wielen winter- of 4-seizoenenbanden te gebruiken, omdat hierdoor vooral ook de remwerking wordt verbeterd.
Sneeuwkettingen
Als het verplicht is om sneeuwkettingen te gebruiken, moet u dit ook bij wagens met 4-wielaandrijving doen link►.
Banden verwisselen
Bij wagens met 4-wielaandrijving mogen alleen banden met dezelfde afrolomtrek worden gebruikt. Vermijd ook banden met verschillende profieldiepte link►.
Terreinwagen?
Uw Audi is geen terreinvoertuig – de bodemvrijheid is daarvoor te gering. Daarom ongeplaveide wegen mijden.
- Ook bij wagens met 4-wielaandrijving uw rijstijl steeds aan de toestand van de rijweg en aan de verkeerssituatie aanpassen. De aangeboden hogere veiligheid mag geen aanleiding zijn tot het nemen van grotere risico s - gevaar voor ongevallen!
- Het remvermogen van uw wagen wordt door de grip van de banden bepaald. Het is daarom niet anders dan bij een 2-wielaangedreven wagen. Laat u daarom niet door de ook op een gladde rijbaan beschikbare acceleratie verleiden te snel te gaan rijden - gevaar voor ongevallen!
- Let er bij nat wegdek op dat bij een te hoge snelheid de voorwielen kunnen gaan glijden (aquaplaning). Daarbij wordt – anders dan bij wagens met voorwielaandrijving – niet aangegeven dat de wielen beginnen te glijden doordat de motor plotseling in een hoger toerentalgebied komt. Daarom toch uw snelheid aan de wegomstandigheden aanpassen – gevaar voor ongevallen.