|
Afhankelijk van de uitrusting staan u bij het wegrijden verschillende comfort- en veiligheidsfuncties ter beschikking.
Wegrijden op hellingen met ingeschakelde parkeerrem
Voorwaarde: het bestuurdersportier is gesloten.
Om op hellingen comfortabel weg te rijden, schakelt u de parkeerrem in en rijdt u zoals gewoonlijk weg. De remkracht van de parkeerrem wordt pas automatisch opgeheven als voldoende aandrijfkracht op de wielen is opgebouwd.
De bergwegrijhulp vergemakkelijkt het wegrijden op hellingen.
Voorwaarde: het bestuurdersportier is gesloten en de motor is gestart.
Om de bergwegrijhulp in te schakelen, het rempedaal enkele seconden ingedrukt houden. De wagen moet hierbij in rijrichting bergop staan.
Na het loslaten van het rempedaal wordt de remkracht gedurende korte tijd vastgehouden
► om te voorkomen dat de wagen bij het wegrijden achteruitrolt. In dit korte moment kunt u de wagen comfortabel in beweging zetten.
Wegrijden met de wegrijhulp
Geldt voor wagens met wegrijhulp
De wegrijhulp ondersteunt de bestuurder bij vaak of langere tijd stilstaan, zoals bv. bij stoplichten, op een helling of in langzaamrijdend en stilstaand verkeer.
Voorwaarde: het bestuurdersportier is gesloten en de motor is gestart.
Om de wegrijhulp in of uit te schakelen, drukt u knop
-2- Afbeelding►,
► in. De led in de knop brandt of gaat uit.
Wanneer de stilstand van de wagen wordt herkend, neemt de wegrijhulp het tegenhouden van de wagen over. U kunt het rempedaal loslaten.
Als u zoals gewoonlijk wegrijdt, wordt de rem automatisch losgezet en begint de wagen te rijden.
In bepaalde situaties geeft de wegrijhulp het tegenhouden van de wagen door aan de parkeerrem. Zodra de parkeerrem de wagen tegenhoudt, verschijnt het controlelampje
in het instrumentenpaneel. Daarnaast brandt de led in de knop
.
Aanwijzingen voor de bestuurder op het display in het instrumentenpaneel
Wegrijhulp: niet beschikbaar
Als deze aanwijzing voor de bestuurder verschijnt, is niet aan de systeemvoorwaarden voldaan.
Geldt voor wagen met bergwegrijhulp
Indien u na het loslaten van het rempedaal niet onmiddellijk wegrijdt of de motor laat afslaan, begint de wagen onder bepaalde omstandigheden langzaam naar achteren weg te rollen. Trapt u dan direct op het rempedaal resp. zet de parkeerrem vast.
ATTENTIE
De intelligente techniek van de wegrijhulp* en de bergwegrijhulp kan de natuurkundig bepaalde grenzen niet overschrijden. Het aangeboden hogere comfort van de wegrijhulp* en de bergwegrijhulp mag u niet ertoe verleiden een veiligheidsrisico te nemen.
- De wegrijhulp* en de bergwegrijhulp kunnen niet in alle gevallen de wagen op hellingen stilhouden (bijvoorbeeld op een gladde of bevroren ondergrond).
- Zorg er altijd voor dat uw wagen op correcte wijze en zonder gevaar wordt stilgezet - gevaar voor ongevallen!
VOORZICHTIG
Schakel de wegrijhulp* uit, voordat u met de wagen een wasstraat inrijdt.
Let op
Geldt voor wagen met automatische versnellingsbak
Als u bij ingeschakelde wegrijhulp* de voet van het rempedaal neemt, onderdrukt de wegrijhulp* het "kruipen" van de wagen.