Gebruiksaanwijzing AUDI TT Coupe 2017
Audi TT Coupé 2017Verzorging en ... Wielen Banden en velgen
Afbeelding 220Bandenprofiel: Slijtagemerktekens
Afbeelding 220Bandenprofiel: Slijtagemerktekens
Bandenslijtage
Banden regelmatig op slijtage controleren.
  • Een te lage en te hoge bandenspanning verhoogt de bandenslijtage aanzienlijk.
  • Snel rijden door bochten, snel accelereren en sterk remmen verhogen de bandenslijtage.
  • Bij een ongewone bandenslijtage de wielafstelling door uw (Audi-)specialist laten controleren.
  • Uw wielen opnieuw laten balanceren, indien zich stuurtrillingen als gevolg van een onbalans voordoen. Anders kunnen de banden en andere wagencomponenten sneller slijten.
Slijtagemerktekens
Op de bodem van de profielgroeven van de originele banden zitten op vaste afstanden dwars op de draairichting 1,6 mm hoge slijtagemerktekens Afbeelding220. De letters "TWI" of driehoekjes op de flank van de band markeren de positie van de slijtagemerktekens.
Uiterlijk indien de banden tot op de slijtagemerktekens zijn afgereden, is de toegestane minimumprofieldiepte1) bereikt. De banden door nieuwe banden vervangen .
Wielen verwisselen
Het is aan te bevelen om regelmatig de wielen te wisselen om een gelijkmatige slijtage van de wielen te verkrijgen. Hiervoor de wielen van de achteras op de vooras monteren en omgekeerd. Daardoor krijgen de banden ongeveer dezelfde levensduur.
Let bij draairichtinggebonden banden op de aangegeven draairichting op de flank van de band link.
Verborgen schade
Schade aan banden en velgen is vaak verborgen. Ongebruikelijke trillingen resp. eenzijdig trekken van de wagen kunnen op schade aan de banden wijzen. Direct de snelheid verminderen. Banden op beschadigingen controleren. Is er aan de buitenzijde geen schade herkenbaar, dan langzaam en voorzichtig naar de dichtstbijzijnde (Audi-)specialist rijden om uw wagen te laten controleren.
ATTENTIE
Een te gering bandenprofiel of een verschillende profieldiepte van de banden verminderen de rijveiligheid. Dit valt vooral negatief op bij de besturing, bij gevaar voor aquaplaning door diepe waterplassen, bij het rijden door bochten en bij het remgedrag - gevaar voor ongevallen!