Gebruiksaanwijzing AUDI TT - 2014
Audi TT Coupé Bestuurdershul... Hulpsystemen Snelheidsregel...
Geldt voor wagens: met snelheidsregelsysteem
Het snelheidsregelsysteem maakt vanaf 20 km/h rijden met een constante snelheid mogelijk.
Afbeelding 89Bedieningshendel: Snelheidsregelsysteem
Afbeelding 89Bedieningshendel: Snelheidsregelsysteem
Afbeelding 90Scherm: Gekozen snelheid
Afbeelding 90Scherm: Gekozen snelheid
Om het systeem in te schakelen hendel in stand -1- Afbeelding89 trekken.
Met de in te stellen snelheid rijden.
Om de snelheid op te slaan, drukt u op de toets -A-.
De opgeslagen snelheid wordt op het scherm weergegeven Afbeelding90. De weergave kan afhankelijk van de schermstatus variëren. Bovendien brandt het controlelampje in het infotainment.
Door aanpassing van het motorvermogen resp. door actieve remingrepen wordt de snelheid constant gehouden.
ATTENTIE
  • Let ook bij ingeschakeld snelheidsregelsysteem steeds op het overige verkeer. Als bestuurder bent u altijd verantwoordelijk voor uw snelheid en de afstand tot andere weggebruikers.
  • Om veiligheidsredenen mag het snelheidsregelsysteem in het stadsverkeer, bij langzaam rijdend verkeer, op bochtige trajecten en bij ongunstige toestand van de rijbaan (zoals bv. gladheid, mist, grind, hevige regen en aquaplaning) niet worden gebruikt – gevaar voor ongevallen!
  • Schakel het snelheidsregelsysteem bij het rijden op opritten, afritten of bij wegwerkzaamheden tijdelijk uit.
  • Houdt u er rekening mee dat het snelheidsregelsysteem bij onbewust gas geven, door met de voet op het pedaal te steunen, niet zelfstandig afremt. Dit komt doordat de regeling van de snelheid wordt overruled, wanneer de bestuurder gas geeft.
  • Als bij ingeschakeld snelheidsregelsysteem een systeemstoring in de remmen (bv. oververhitting) optreedt, kan de actieve remingreep worden uitgeschakeld. De overige functies van het snelheidsregelsysteem blijven actief, zolang het controlelampje brandt.
VOORZICHTIG
Voordat u een langer traject met sterke afdalingen gaat rijden, de snelheid verlagen, en een lagere rijstand kiezen. Hierdoor de remwerking van de motor benutten en de remmen ontlasten.
Let op
  • Bij wagens met schakelbak kan de ingestelde snelheid alleen worden bereikt, als de ingeschakelde versnelling dit toelaat, de motor niet te veel toeren maakt en soepel draait. Daarom tijdig naar een hogere resp. lagere snelheid overschakelen.
  • Bij een automatische remingreep gaan de remlichten branden.

Alle afbeeldingen, logo's en teksten zijn eigendom van Audi ©. Deze website heeft geen relatie met het bedrijf Volkswagen - Audi Spanje of een van haar dochterondernemingen ter wereld. Meer informatie. Om contact op te nemen met de auteur van deze website, klik hier.