Een nieuwe wagen moet worden ingereden, de inrijafstand moet ca. 1500 km bedragen. Tijdens de eerste 1000 kilometer het motortoerental niet hoger laten komen dan 2/3 van het toegestane maximumtoerental - geen volgas geven! Van 1000 tot 1500 kilometer kan het toerental en daardoor de snelheid geleidelijk worden verhoogd.
Tijdens de eerste bedrijfsuren ontstaat er in de motor een hogere inwendige wrijving dan later, wanneer alle bewegende delen aan elkaar zijn aangepast.
De rijstijl tijdens de eerste 1500 kilometer is ook van invloed op de motorkwaliteit. Rijd ook daarna - met name bij koude motor - nooit onnodig met hoge motortoerentallen. Zo neemt de slijtage van de motor af en de levensduur toe.
Niet met te laag toerental rijden. Terugschakelen als de motor niet meer soepel draait. Extreem hoge motortoerentallen worden automatisch begrensd.