De airconditioning verwarmt, koelt en ontvochtigt de lucht binnen in de wagen. De airconditioning werkt het beste als de ruiten zijn gesloten. Bij zeer hoge temperaturen in de wagen kan ventileren helpen het afkoelen te versnellen.
Het interieurluchtfilter filtert bijvoorbeeld stof en pollen uit de lucht.
Milieu-aanwijzing
Als u brandstof wilt besparen, schakelt u de koelfunctie van de airconditioning uit door de A/C-toets, in de draaiknop -2-, in te drukken. Op deze wijze wordt ook de emissie van schadelijke stoffen verminderd.
Let op
- De luchtinlaat voor de voorruit moet vrij van ijs, sneeuw of bladeren zijn, opdat verwarming en airconditioning optimaal kunnen functioneren.
- Van de koelinstallatie kan condens druppelen en onder de wagen een waterplas vormen. Dit is normaal en geen teken van lekkage.
- Als u constateert dat bijvoorbeeld de stoel-* of achterruitverwarming niet verwarmt, krijgt deze van het energiemanagement tijdelijk minder energie of is deze uitgeschakeld. De systemen zijn weer beschikbaar zodra de energiehuishouding weer in evenwicht is.