Door zorgvuldig warm- en koudrijden kunt u eraan bijdragen dat uw wagen bij sportief rijden niet onnodig zwaar wordt belast.
Bij koude motor is het toerental begrensd - het volle vermogen is niet beschikbaar. Bij een motor die op bedrijfstemperatuur is verschuift de toerentalbegrenzing naar een hoger toerentalgebied. Maar ook de banden hebben pas de meeste grip als ze bij belasting warm zijn geworden.
Uw wagen heeft weliswaar naloopkoeling. Desondanks is het koudrijden bijzonder belangrijk. Tijdens het sportief rijden zijn motor en remmen, maar ook uitlaatgassysteem en versnellingsbak zeer heet geworden. Voordat u de wagen parkeert, moet u enkele kilometers met geringe belasting in het onderste toerentalgebied koudrijden.