Het aanslepen en afslepen vraagt enige oefening, vooral wanneer er een sleepkabel wordt gebruikt. Beide bestuurders moeten met de bijzonderheden van het slepen vertrouwd zijn. Ongeoefende bestuurders moeten noch aanslepen, noch afslepen.
Let er steeds op dat er geen ongeoorloofde trekkrachten en geen schokbelastingen ontstaan. Op onverharde wegen bestaat altijd het gevaar dat de bevestigingsdelen overbelast raken.
Sleepstang, sleepkabel
Het beste voor de wagen en het veiligste is het om met een sleepstang te rijden. Alleen wanneer deze niet beschikbaar is, een sleepkabel gebruiken. Een kabel van elastische kunstvezel of van materiaal met soortgelijke elasticiteit gebruiken.
Aanwijzingen voor het afslepen
De wagen kan met een sleepstang of een sleepkabel worden afgesleept. Als de motor niet draait, wordt de versnellingsbak bij hogere snelheden en grotere afstanden niet voldoende gesmeerd:
- De maximaal toegestane sleepsnelheid bedraagt 50 km/h.
- De maximaal toegestane sleepafstand bedraagt 50 kilometer.
Extra aanwijzing voor het afslepen met een sleepwagen
De wagen mag niet met opgetilde vooras worden afgesleept.
Aanwijzingen voor het aanslepen
De wagen mag om technische redenen niet worden aangesleept.
ATTENTIE!
Als u afsleept, ontstaat een hoog risico van ongevallen, bijvoorbeeld doordat tegen de slepende wagen wordt gebotst.
- Als normaal afslepen niet mogelijk is (bv. een defecte versnellingsbak of een afsleepafstand langer dan 50 km), vervoert u de wagen op een speciaal transportvoertuig.
- Als de wagen met de sleepwagen aan een niet-toegestane as wordt afgesleept, kan dit zware schade aan de versnellingsbak tot gevolg hebben.
Aanwijzing
- Bij een onderbreking van de stroomvoorziening kan de keuzehendel in stand P niet meer bewogen worden. Noodontgrendeling van de keuzehendel gebruiken om de wagen aan de kant te kunnen zetten ►Link.
- Neem de wettelijke voorschriften met betrekking tot afslepen in acht.