|
- Afb. 1 Display: Controlelampje met aanwijzing voor de bestuurder
Geldt voor wagens met bandenspanningscontrolesysteem
Als het bandenspanningscontrolesysteem niet beschikbaar is, verschijnt in het bestuurdersinformatiesysteem het controlelampje . Bovendien knippert elke keer dat het contact wordt ingeschakeld, het controlelampje circa een minuut. In het infotainment kan het bandenspanningscontrolesysteem niet worden gekozen. De storing kan bijvoorbeeld de volgende oorzaak hebben:
- Als de melding aan het einde van de inleerfase verschijnt, kan het systeem de geplaatste wielen niet herkennen. Dit kan worden veroorzaakt doordat een of meerdere wielen zonder of met niet-compatibele wielsensoren zijn geplaatst.
- Een wielsensor of andere component is uitgevallen.
- Als u sneeuwkettingen gebruikt, wordt de werking van het systeem vanwege de afschermende eigenschappen van de kettingen belemmerd.
- Het bandenspanningscontrolesysteem is door een zenderstoring niet beschikbaar.
- Zendinstallaties met dezelfde frequentie, zoals bijvoorbeeld meegenomen draadloze hoofdtelefoons of zendapparatuur, veroorzaken door sterke elektromagnetische velden een tijdelijke storing in het systeem.
Zodra het bandenspanningscontrolesysteem weer beschikbaar is, gaat het controlelampje uit. Als u de storing niet kunt verhelpen en het controlelampje blijft branden, naar een (Audi-)specialist rijden en de storing laten verhelpen.