Bij alle werkzaamheden in de motorruimte bijzonder voorzichtig zijn!
Bij werkzaamheden in de motorruimte, bijvoorbeeld het controleren en het bijvullen van vloeistoffen, kunnen verwondingen, verbrandingen, gevaar voor ongevallen en voor brand ontstaan. Daarom beslist de volgende aanwijzingen en de algemeen geldende veiligheidsvoorschriften opvolgen. De motorruimte van de wagen is een gevaarlijk gebied! ATTENTIE!.
- Motor afzetten.
- Contact uitschakelen.
- Parkeerrem vastzetten.
- Rijstand P kiezen.
- Motor af laten koelen.
- Kinderen uit de buurt van de motorruimte houden.
- Nooit bedrijfsvloeistoffen op de warme motor morsen. Deze vloeistoffen, bijvoorbeeld het antivries in de koelvloeistof, kunnen ontbranden!
- Kortsluiting in de elektrische installatie voorkomen - in het bijzonder bij de accu.
- Bij werkzaamheden in de motorruimte moet u er ook bij uitgeschakeld contact rekening mee houden dat de koelluchtventilator vanzelf wordt ingeschakeld - gevaar voor verwondingen!
- Nooit de vuldop van het koelvloeistofreservoir opendraaien zolang de motor warm is. Het koelsysteem staat onder druk!
- Vuldop bij het openen met een grote doek afdekken om gezicht, handen en armen tegen hete damp of hete koelvloeistof te beschermen.
- In geen geval de motorafdekking verwijderen - gevaar voor verbranding!
- Als er werkzaamheden bij draaiende motor moeten worden uitgevoerd, bestaat er extra gevaar door draaiende delen (bv. geribde riem, dynamo, koelluchtventilator) en door de hoogspanningsontsteking.
- Als bij stilstaande wagen en draaiende motor een rijstand is ingeschakeld, mag in geen geval onoplettend gas worden gegeven (bv. met de hand vanuit de motorruimte). De wagen komt dan direct in beweging - gevaar voor ongevallen!
-
De hierna vermelde waarschuwingsaanwijzingen opvolgen, als werkzaamheden aan het brandstofsysteem of aan de elektrische installatie nodig zijn:
- Altijd de accu van de elektrische installatie losmaken.
- Niet roken.
- Nooit in de buurt van open vuur werken.
- Altijd een goed functionerende brandblusser gereedhouden.
Voorzichtig!
Let er bij het bijvullen van vloeistoffen op dat de vloeistoffen in geen geval worden verwisseld. Anders zijn ernstige storingen en motorschade het gevolg!
Milieuaanwijzing
De grond onder de wagen regelmatig controleren, opdat lekkages op tijd worden gezien. Als daar vlekken van olie of andere vloeistoffen te zien zijn, de wagen ter controle naar de werkplaats brengen.
Aanwijzing
Bij wagens met rechts stuur* zitten sommige van de hieronder beschreven reservoirs aan de andere kant van de motorruimte.