- Afb. 1 Instrumentenpaneel: Geheugenniveau 1
- Afb. 2 Ruitenwisserhendel: Bedieningselementen van de boordcomputer
Geldt voor wagens: met boordcomputer
De boordcomputer heeft twee automatisch werkende geheugens.
Door het indrukken van RESET-knop -A- Afb. 2 kan tussen de functies van boordcomputer 1 en 2 worden geschakeld.
Welk geheugenniveau op een bepaald moment op het display verschijnt, kunt u aan de hand van het weergegeven nummer resp. het symbool herkennen. De gegevens van het ritgeheugen (boordcomputer 1) worden weergegeven wanneer op het display een verschijnt. Als een verschijnt, worden de gegevens van het reisgeheugen (boordcomputer 2) weergegeven.
Ritgeheugen (boordcomputer 1)
Het ritgeheugen verzamelt de ritinformatie vanaf het inschakelen tot aan het uitschakelen van het contact. Als de rit binnen 2 uur nadat het contact is uitgeschakeld, wordt voortgezet, worden de waarden die er nieuw zijn bijgekomen, bij de actuele ritinformatie meegerekend. Bij een ritonderbreking van meer dan 2 uur wordt het geheugen na het hervatten van de rit automatisch gewist.
Reisgeheugen (boordcomputer 2)
Het reisgeheugen wordt in tegenstelling tot het ritgeheugen niet automatisch gewist. Hierdoor kunt u de periode voor de analyse van uw ritinformatie resp. de ritgegevens zelf bepalen.