Als het controlelampje brandt, is er een lamp uitgevallen. De aanwijzing voor de bestuurder geeft de positie van het lampje aan.
Als ook het controlelampje brandt, is er een mistachterlicht uitgevallen. De positie van het controlelampje komt overeen met de positie op de wagen.
Ook zou de lichtschakelaar in een niet-vergrendelde tussenstand tussen twee symbolen in kunnen staan.
Wagenverlichting: systeemstoring
Er is sprake van een storing in de koplampen of de lichtschakelaar.
Op korte termijn naar een (Audi-)specialist rijden en de storing laten verhelpen.
ATTENTIE!
- Gloeilampjes staan onder druk en kunnen kapotspringen, als ze worden vervangen - gevaar voor verwondingen!
- Bij gasontladingslampen* (xenonlicht) moet met het hoogspanningsgedeelte deskundig worden omgegaan - levensgevaar!