Voordat u het wiel verwisselt, moet het voorbereidende werk zijn afgesloten.
Let op de belangrijke veiligheidsaanwijzingen link►.
Parkeerrem vastzetten.
Rijstand P kiezen.
Bij aanhangwagengebruik: aanhangwagen van uw wagen loskoppelen.
De functie voor het verwisselen van een wiel* in het infotainment inschakelen met de toets MENU > Wagen > linkerkeuzetoets > Service & controle > Luchtvering: wiel verwisselen.
Contact uitschakelen.
ATTENTIE
- Bij gebruik van de krik* op een hellende weg of in het terrein moet de wagen ook tegen wegrollen worden beveiligd. Het wiel dat diagonaal tegenover het wiel met pech ligt aan de voor- en achterkant met geschikte middelen blokkeren.
- Wagens met elektromechanische actieve rolstabilisering*: schakel het contact uit, omdat mogelijkerwijs de wagenhoogte door regelprocessen van het onderstel kan veranderen - gevaar voor ongevallen!