Doppen van de wielbouten zo nodig weer aanbrengen.
Wagengereedschap op zijn plaats opbergen.
Indien het verwisselde wiel niet in de uitsparing voor het reservewiel past, het veilig in de bagageruimte opbergen link►.
Bandenspanning van het geplaatste wiel zo snel mogelijk controleren.
Bij wagens met bandenspanningscontrole* of bandenspanningscontrolesysteem* de bandenspanning corrigeren en in het infotainment link► of link► opslaan.
Het aantrekmoment van de wielbouten moet 160 Nm bedragen. Laat u dit zo snel mogelijk met een momentsleutel controleren. Tot die tijd voorzichtig rijden.
Defecte wiel zo snel mogelijk laten vervangen.