|
Geldt voor wagens met telefoon
De toets MENU > Telefoon > rechterkeuzetoets > Telefooninstellingen kiezen.
Gespreksopties*
Doorschakelen: het doorschakelen van inkomende oproepen naar uw voicemailbox of een ander telefoonnummer kan geactiveerd of gedeactiveerd worden. Met Status controleren kunt u vaststellen, of de functie geactiveerd of gedeactiveerd is.
Aankloppen: bij ingeschakelde functie wordt u tijdens een telefoongesprek op een inkomende oproep gewezen. Met Status controleren kunt u vaststellen, of de functie geactiveerd of gedeactiveerd is.
Eigen nummer zenden: het meesturen van het telefoonnummer bij uitgaande oproepen kan geactiveerd of gedeactiveerd worden. Met de instelling Netwerkafhankelijk wordt de met de provider contractueel overeengekomen instelling gebruikt. De instellingen hebben alleen betrekking op het menu Telefoon in de MMI. Houd er rekening mee, dat na het verbreken van de Bluetooth-verbinding de instellingen van uw mobiele telefoon gelden. Met Status controleren kunt u vaststellen, of de functie geactiveerd of gedeactiveerd is.
Bluetooth-instellingen
Zie link►.
Instellingen dataverbinding*
Zie link►.
Telefoonmodus*
Om het netwerkgedrag te optimaliseren, kunt u bij wagens met autotelefoon uit drie verschillende soorten telefoongebruik kiezen:
- Automatisch: de autotelefoon wisselt afhankelijk van netwerkbeschikbaarheid, netwerkontvangst en afhankelijk van de positie van de wagen automatisch tussen GSM- (2G), UMTS- (3G) en LTE-netwerken (4G). Bij het gebruik van Google Earth en WLAN kunnen er beperkingen optreden.
- Telefoniegeoptimaliseerd: de autotelefoon maakt verbinding met het GSM-netwerk (2G). De ontvangst is optimaal op het gebruik van telefonie afgestemd. Bij het gebruik van Google Earth en WLAN kunnen er beperkingen optreden.
- Datadienstgeoptimaliseerd: de autotelefoon wordt afhankelijk van netwerk en netwerkontvangst en afhankelijk van de positie van de wagen met het GSM- (2G), UMTS- (3G) of LTE-netwerk (4G) verbonden. De ontvangst is optimaal op het gebruik van datadiensten afgestemd. Bij de telefonie kunnen er beperkingen optreden.
Als u kiest voor de telefoonmodus Automatisch of Telefoniegeoptimaliseerd, zijn netwerkspecifieke beperkingen bij het parallele gebruik van Audi connect (infotainment) diensten* en telefoongesprekken mogelijk.
Beltoon- en volume-instellingen1)
Via de functie Telefoon geluid uit kunt u de weergave van de beltoon via de luidsprekers van de MMI in- of uitschakelen. Via de functie Beltoon worden beltonen afgespeeld. Om de gekozen beltoon op te slaan, de draai-drukknop indrukken. De Gevoeligheid microfoon kan tijdens een actief telefoongesprek via de draai-drukknop worden ingesteld. Voor de instellingen Volume beltoon en Volume berichttoon zie link►.
Netwerkinstellingen*
Zie link►.
Serienummer (IMEI)*
Het serienummer van de in de MMI ingebouwde telefoonmodule wordt weergegeven.
Let op
- Er kunnen meerdere mobiele telefoons met de MMI worden gekoppeld, waarbij slechts één mobiele telefoon actief met de MMI verbonden kan zijn.
- Om alle gekoppelde Bluetooth-apparaten te wissen, kan de functie Bluetooth worden teruggezet naar de fabrieksinstellingen link►.
- Als u kiest voor de telefoonmodus Automatisch en Telefoniegeoptimaliseerd, zijn netwerkspecifieke beperkingen bij het parallele gebruik van Audi connect (infotainment) diensten* en telefoongesprekken mogelijk.