Geldt voor wagens met aanhangwagenassistent Aanhangwagen inleren Om de aanhangwagenassistent te kunnen gebruiken, worden de aanhangwageneigenschappen tijdens het rijden automatisch bepaald. Voor het inleren moet een korte afstand vooruit worden gereden, zowel rechtuit als ook bochten. Als de aanhangwagenassistent wordt ingeschakeld terwijl het inleren nog niet is afgerond, verschijnt op het scherm van het infotainment de aanwijzing voor de bestuurder Aanhangwagenassistent: om de aanhangwagen in te leren voorzichtig rijden en zelf remmen. Tijdens het inleren is het systeem met beperkte functionaliteit beschikbaar. De actuele en gewenste richting van de aanhangwagen worden als gebieden weergegeven Afbeelding160►. Zodra het inleren is afgerond, verengen de delen zich tot wijzers Afbeelding161►. De blauwe wijzer -A- stelt de actuele richting voor en de oranje wijzer -C- de gewenste richting van de aanhangwagen. Aanhangwagenassistent bedienen Het in- en uitschakelen van de aanhangwagenassistent is alleen bij stilstand of bij vooruitrijden tot maximaal 10 km/h mogelijk. Knop Afbeelding► indrukken. De led in de knop brandt. Handen van het stuurwiel nemen. Draai-drukknop draaien, om de gewenste richting van de aanhangwagen binnen het mogelijk instelbereik -D- op te geven. Of Om de aanhangwagen recht achter de wagen te richten, drukt u op de draai-drukknop. Als de blauwe wijzer -A- zich bij het indrukken van de draai-drukknop binnen de markeringen -B- bevindt, wordt de rijrichting van de aanhangwagen behouden en de wagen recht voor de aanhangwagen gepositioneerd. Tijdens het rijden kunt u op elk moment de gewenste richting -C- van de aanhangwagen aanpassen door de draai-drukknop te draaien. Om de aanhangwagenassistent uit te schakelen, drukt u op de knop . De led in de knop gaat uit. Tussen achteruitrijcamera* en optische weergave schakelen Bij ingeschakelde aanhangwagenassistent in het infotainment de rechterkeuzetoets > Weergave kiezen. Automatische veiligheidsremming De aanhangwagenassistent kan in bepaalde situaties een automatische veiligheidsremming activeren. In dit geval wordt de parkeerrem vastgezet. Bij het vooruitrijden wordt de parkeerrem automatisch losgezet. Om achteruit te rijden, moet u de parkeerrem handmatig loszetten en het systeem via de knop uitschakelen. In de volgende situaties kan het systeem een veiligheidsremming activeren:
Let op
Alle afbeeldingen, logo's en teksten zijn eigendom van Audi ©. Deze website heeft geen relatie met het bedrijf Volkswagen - Audi Spanje of een van haar dochterondernemingen ter wereld. Meer informatie. Om contact op te nemen met de auteur van deze website, klik hier. |