|
|
Geldt voor wagens met Audi adaptive cruise control
De adaptive cruise control ondersteunt u ook in langzaam rijdend en stilstaand verkeer. Als een voorligger stopt, remt het systeem uw wagen binnen de systeemgrenzen af en houdt de wagen stil.
Om de rit met de adaptive cruise control weer te vervolgen, drukt u het gaspedaal in, of
u trekt de hendel naar u toe in stand -2- Afbeelding►.
Wegrijden met adaptive cruise control1)
Zolang de aanwijzing voor de bestuurder ACC: klaar om weg te rijden wordt weergegeven en de voorligger zich in beweging zet, rijdt uw wagen eveneens weg ►. ACC: klaar om weg te rijden kunt u gedurende korte tijd opnieuw activeren, door de hendel naar u toe te trekken in stand -2-.
Om veiligheidsredenen zal uw wagen alleen wegrijden, indien
- de bestuurder de veiligheidsgordel heeft omgegespt,
- alle portieren en de motorkap zijn gesloten,
- uw wagen niet langer dan 3 minuten stilstaat.
U wordt met het controlelampje en de weergave op het display in het instrumentenpaneel op het gevaar attent gemaakt Afbeelding134►. Bovendien klinkt er een akoestisch signaal.
- Rem uw wagen met het rempedaal af.
Als de aanwijzing voor de bestuurder ACC: klaar om weg te rijden1) verschijnt, rijdt uw wagen weg, ook als er zich een obstakel tussen uw wagen en de voorligger bevindt - gevaar voor ongevallen!
Let op
- Als uw wagen met de adaptive cruise control ondanks de aanwijzing voor de bestuurder ACC: klaar om weg te rijden1) een keer niet zoals verwacht wegrijdt, kunt u wegrijden door het gaspedaal in te trappen.
- Als bij het wegrijden een obstakel wordt herkend, verschijnt de wegrijbewaking Afbeelding134►. Uw wagen rijdt langzamer weg. Dit kan in sommige situaties ook zonder zichtbaar obstakel voorkomen.