Om de wagen stil te zetten, het rempedaal intrappen.
Om de parkeerrem vast te zetten, trekt u aan de knop .
Rijstand P kiezen.
Motor afzetten ►.
Het stuurwiel op hellingen zo draaien, dat de wagen tegen de stoeprand rolt, als de wagen in beweging zou komen.
- Als u de wagen - al is het slechts tijdelijk - verlaat, schakel dan het contact uit en neem in elk geval de contactsleutel mee. Dit geldt in het bijzonder, als kinderen in de wagen blijven. De kinderen zouden anders de motor kunnen starten, de parkeerrem loszetten of elektrische uitrustingen (bv. de elektrische ruitbediening) kunnen bedienen - gevaar voor ongevallen!
- Bij vergrendelde wagen mogen geen personen - vooral geen kinderen - in de wagen achterblijven. Vergrendelde portieren maken het hulpverleners moeilijk om in geval van nood in de wagen te komen - levensgevaar!