Nadat een wiel is verwisseld, moeten de verwisselde wielen opnieuw worden aangeleerd.
Voorwaarde: Het contact is ingeschakeld.
Kies: functietoets CAR > Systemen* > Bandensp.controlesysteem > Wiel verwisselen.
Wanneer er een wiel is verwisseld, is het noodzakelijk om de functie Wiel verwisselen uit te voeren. Nadat u deze functie heeft gekozen, worden de nieuwe wielen aangeleerd. Deze aanleerfase neemt hoogstens tien minuten in beslag. In de tussentijd worden de bandenspanningen en -temperaturen niet weergegeven, omdat de sensoren van de wielen eerst opnieuw moeten worden ingeleerd en opnieuw moeten worden toegewezen aan hun positie.
Tijdens de leerfase is het bandenspanningscontrolesysteem slechts gedeeltelijk beschikbaar. Het systeem waarschuwt alleen, als de bandenspanning onder de minimaal voorgeschreven spanning ligt. Dit kan om een of meerdere wielen gaan. Als dit het geval is, verschijnt het controlelampje samen met een aanwijzing voor de bestuurder.