Het correct opslaan van de normspanningen is een basisvoorwaarde voor een betrouwbare bandenspanningscontrole.
Om ervoor te zorgen dat het bandenspanningscontrolesysteem goed kan werken, moeten bij elke aanpassing van de bandenspanningen, bijvoorbeeld bij verandering van de belading van uw wagen, ook de normspanningen opnieuw worden opgeslagen.
Bandenspanningen corrigeren
Bandenspanningen van de wielen controleren.
Bandenspanning zo nodig overeenkomstig de gegevens op de sticker op de portierstijl (bestuurderszijde) corrigeren.
Bandenspanningen opslaan
Voorwaarde: Het contact is ingeschakeld.
Kies: functietoets CAR > Systemen* > Bandensp.controlesysteem > Bandenspanning opslaan.
Nadat er is opgeslagen, meet het bandenspanningscontrolesysteem de actuele bandenspanningen en slaat deze als nieuwe normspanningen op. Als de gewijzigde bandenspanningen niet op het MMI-scherm worden weergegeven, is het noodzakelijk eerst een stuk te rijden, opdat het sensorsignaal van de wielen weer wordt ontvangen.