- Afb.1 Display: Controlelampje met aanwijzing voor de bestuurder
Geldt voor wagens: met bandenspanningscontrolesysteem en V12 TDI-motor
Het gele controlelampje verschijnt bij een lichte daling van de bandenspanning.
Als het controlelampje 
verschijnt, is de bandenspanning van ten minste één van de banden te laag.
verschijnt, is de bandenspanning van ten minste één van de banden te laag.Bij de eerstvolgende gelegenheid stoppen.
Bandenspanningen overeenkomstig de gegevens op de sticker op de portierstijl (bestuurderszijde) corrigeren.
Nieuwe bandenspanningen opslaan Link.
Als de bandenspanning ten opzichte van de normspanning meer dan 0,3 bar te laag is, verschijnt op het display het controlelampje met een bijbehorende aanwijzing Afb.1.
met een bijbehorende aanwijzing Afb.1.Aanwijzing
- De bandenspanning mag alleen bij banden waarvan de temperatuur ongeveer overeenkomt met de omgevingstemperatuur worden gecorrigeerd. Bij bandentemperaturen die hoger liggen dan de omgevingstemperatuur, moet de bandenspanning ten opzichte van de waarde op de bandenspanningsticker met 0,1 bar per 10 °C temperatuurverschil worden verhoogd.
- Bij bewuste verlaging van de bandenspanning, bv. bij opnieuw aanpassen van de bandenspanning, moet deze erna weer opnieuw worden opgeslagen Link.