- Afb.1 Wagenzijde rechtsachter: AdBlue-afsluitdop eruit draaien
- Afb.2 AdBlue-vulopening: Navulfles plaatsen
- Afb.3 Wagenzijde rechtsachter: Tankklep openen
Geldt voor wagens: met selectieve katalytische reductie
Voor het bijvullen van AdBlue moet een speciale navulfles worden gebruikt.
Als de centrale vergrendeling wordt bediend, wordt de tankklep automatisch ont- resp. vergrendeld. De AdBlue-vulopening zit rechts naast de dieselvulopening.
Vulopening openen en AdBlue bijvullen
Voor het openen op de linkerzijde van de tankklep drukken Afb.3 -pijl-.
Afsluitdop van de vulopening met de wielsleutel (wagengereedschap) linksom eruit draaien Afb.1.
Deksel van de navulfles verwijderen.
Navulfles tot de aanslag rechtsom op de vulopening draaien Afb.2 -1-.
Om de fles te legen, de bodem van de fles licht indrukken -2-. De flesbodem ingedrukt houden totdat de fles leeg is en er geen vloeistof meer in de tank loopt.
De fles linksom eraf draaien, zonder de flesbodem in te drukken.
Vulopening sluiten
Afsluitdop met de wielsleutel rechtsom op de vulopening draaien tot de afsluitdop hoorbaar doordraait, wat aangeeft dat het aantrekmoment bereikt is.
Voor het sluiten op de linkerzijde van de tankklep drukken, tot deze hoorbaar vastklikt.
ATTENTIE!
- AdBlue is irriterend voor de huid, de ogen en de ademhalingsorganen. Bij aanraking onmiddellijk met veel water afspoelen. Zo nodig een arts raadplegen.
- AdBlue niet op kleding morsen. Bij aanraking onmiddellijk met veel water afspoelen.
Voorzichtig!
- Gebruik alleen AdBlue dat overeenkomt met de norm ISO 22241-1. Geen extra stoffen bij de AdBlue mengen en niet verdunnen met water.
- AdBlue is geen dieseladditief en mag niet in de brandstoftank worden bijgevuld. Als AdBlue met de dieselolie wordt vermengd, kan dit schade aan de motor en het AdBlue-tanksysteem tot gevolg hebben. Schade die op deze wijze is ontstaan, is uitgesloten van garantie.
- AdBlue tast oppervlakken, zoals bijvoorbeeld gespoten plaatdelen, kunststoffen en tapijten aan. De vloeistof zo snel mogelijk verwijderen met een vochtige doek en ruim koud water. Als de AdBlue reeds is gekristalliseerd, warm water en een spons gebruiken. Niet-verwijderde AdBlue-resten kristalliseren na een bepaalde tijd en kunnen schade aan de betreffende oppervlakken toebrengen.
- Navulflessen niet permanent in de wagen meenemen omdat bij lekkage vrijkomende AdBlue het interieur van de wagen kan beschadigen.
Aanwijzing
- De tankklep van uw wagen wordt niet vergrendeld, als u de wagen van binnenuit vergrendeld.
- In een navulfles zit ca. 1,9 liter. Altijd twee flessen AdBlue (3,8 liter) bijvullen zodra er een melding op het display in het instrumentenpaneel verschijnt Link. Gedurende het bijvullen moet het contact zijn uitgeschakeld.
- Na het bijvullen moet met de wagen worden gereden. Het kan tot twee minuten duren voordat de bijgevulde AdBlue door het systeem wordt herkend. Wanneer er geen AdBlue meer in de tank zit en een actieradius van 0 km op het display van het instrumentenpaneel wordt weergegeven, moet gedurende ca. 15 seconden het contact worden ingeschakeld en de motor daarna pas worden gestart.
- Navulflessen zijn bij elke (Audi-)specialist verkrijgbaar.
- Neem ook de aanwijzingen van de AdBlue-fabrikant voor het gebruik en de opslag in acht.