Geldt voor wagens: met fietsenhouder
In de bagageruimte kunnen maximaal twee fietsen (t/m 26 inch wielgrootte) worden vervoerd.
De set bestaat uit een steunplaat -1-, een tas -2-, een bevestigingsgordel -3- en een spanband -4-.
Voorbereidingen
Rugleuning naar voren klappen Link.
Scheidingsnet vasthaken Link.
Laadvloer samenklappen Link.
Bij wagens met railsysteem*: Een bevestigingsoog op elk uiteinde van het railsysteem schuiven Link.
De steunplaat voor de voorvork Afb.1 -1- in de bagageruimtekuip plaatsen.
Voorwiel en de zadelpen van uw fiets verwijderen en beide onderdelen in de tas -2- opbergen.
Fiets met het achterwiel naar voren in de bagageruimte schuiven.
Voorvork bevestigen
Voorvork met de snelspanner op steunplaat -1- bevestigen. De snelspanner kan bij de schroefverbinding gedraaid worden.
Tas over zadelbuis -a- hangen. De tas is met het zadel naar rechts gekeerd.
Fiets met de spanband van de tas aan het bevestigingsoog -b- bevestigen.
Deze werkwijze voor de andere fiets herhalen.
Achterwiel bevestigen
Achterportier openen en de pen van spanband -4- in de zadelbuis -c- steken Afb.2.
Haken in de voorste bevestigingsogen -d- haken en spanband -e- vasttrekken.
Bevestigingsgordel -3- met een uiteinde in de haak van de trek- en fixeerband aan het achterste bevestigingsoog vasthaken.
Riem over de fietsenframes achter de stuurstang langs geleiden en het andere uiteinde van de riem aan de tweede haak van het achterste bevestigingsoog vasthaken.
Aan de vrije band van de riem trekken, totdat de fietsen veilig zijn vastgezet.
Voorzichtig!
- Let erop dat bij het bevestigen geen beschadigingen aan de wagen ontstaan.
- Vóór het sluiten van de achterklep controleren of er geen onderdelen van de fiets tegen de achterklep stoten.