Hoe langer afzettingen, zoals insectenresten, uitwerpselen van vogels, boomhars of strooizout op de wagen blijven zitten, des te ernstiger kan het oppervlak worden beschadigd. Hoge temperaturen, bijvoorbeeld door zonnestralen, versterken de schadelijke werking.
Week vóór het wassen het grove vuil met veel water in.
Hardnekkig vuil, zoals vogelpoep of boomhars, kunt u het beste met veel water en een microvezeldoek verwijderen.
Laat na afloop van de winterse strooiperiode ook de onderzijde van uw wagen wassen.
Hogedrukreinigers
Let bij het wassen van de wagen met een hogedrukreiniger beslist op de gebruiksaanwijzingen voor de hogedrukreiniger. Dit geldt in het bijzonder voor de druk en de spuitafstand. De straal niet direct richten op de afdichtrubbers van de zijruiten, portieren, motorkap, achterklep of het schuifdak* en ook niet op banden, rubber slangen, dempingsmateriaal, sensoren* of cameralenzen*. Houd een afstand van ten minste 40 cm aan.
Verwijder sneeuw en ijs niet met een hogedrukreiniger.
Gebruik in geen geval roterende sproeikoppen of vuilfrezen.
Het water mag niet heter dan 60 °C zijn.
Spoel de wagen vóór het wassen de wagen af.
Zorg ervoor dat de ruiten en het dak* gesloten en de ruitenwissers uitgeschakeld zijn. Let op de voorschriften van de exploitant van de wasinstallatie, vooral als er aanbouwdelen aan uw wagen zitten.
Geef wasinstallaties zonder borstels de voorkeur.
Met de hand wassen
Maak de wagen met een zachte spons of wasborstel van boven naar beneden schoon. Gebruik oplosmiddelvrije schoonmaakmiddelen.
Om de lak bij het wassen met de hand niet te beschadigen, verwijdert u eerst stof en grofkorrelig vuil van de wagen. Insecten, vetvlekken en vingerafdrukken kunt u het beste verwijderen met een speciaal schoonmaakmiddel voor matlak.
Breng het product met een microvezeldoek aan. Om het lakoppervlak niet aan te tasten, daarbij te sterke druk vermijden.
Spoel de wagen met een ruime hoeveelheid water af. Maak aansluitend met een neutrale shampoo en een zachte microvezeldoek schoon.
Spoel de wagen opnieuw met een ruime hoeveelheid water af en laat vervolgens opdrogen. Verwijder eventuele waterresten met een zeem.
ATTENTIE
- Was de wagen alleen bij uitgeschakeld contact resp. conform de voorschriften van de exploitant van de wasinstallatie - gevaar voor ongevallen!
- Als u de onderkant van de wagen of de binnenkant van de wielkasten schoonmaakt, bescherm u dan tegen scherpe metalen onderdelen - gevaar voor snijwonden!
- Na het schoonmaken kunnen de remmen als gevolg van vochtige of s winters bevroren remschijven en -blokken vertraagd in werking treden - gevaar voor ongevallen! De remmen moeten eerst worden drooggeremd.
VOORZICHTIG
- Voordat u een automatische wasstraat in rijdt, moet u de buitenspiegels inklappen om beschadigingen te voorkomen. Elektrisch inklapbare buitenspiegels* mogen alleen elektrisch in- en uitgeklapt worden!
- Vergelijk de spoorbreedte van uw wagen met de afstand tussen de geleidingsrails van de wasinstallatie - gevaar voor beschadiging van de velgen en banden!
- Vergelijk de hoogte en de breedte van uw wagen met de doorrijhoogte en -breedte van de wasinstallatie - gevaar voor beschadigingen!
- Was de wagen niet in de felle zon - gevaar voor schade aan de lak!
- Sierfolies* mogen niet met een hogedrukreiniger worden schoongemaakt - gevaar voor beschadigingen!
- Gebruik geen insectensponzen, ruwe keukensponzen of iets dergelijks - gevaar voor beschadiging van het oppervlak.
- Wagenonderdelen met matte lak:
- Gebruik geen polijstmiddelen of vaste was - gevaar voor beschadiging van het oppervlak!
- Gebruik nooit wasprogramma s met wasbehandeling. Hierdoor kan het matlakeffect verdwijnen.
- Breng geen stickers of magneetborden op in matlak uitgevoerde wagendelen aan, omdat bij het verwijderen lakschade kan ontstaan.
Milieu-aanwijzing
Was de wagen alleen op daarvoor aangewezen wasplaatsen. Daar wordt voorkomen dat eventueel door olie verontreinigd water in het afvoerwater komt.