Geldt voor wagens met 4-wielaandrijving
Het vierwielsysteem verdeelt de aandrijfkrachten variabel over de voor- en achteras en verbetert zo de rijeigenschappen. Het werkt samen met een wielselectieve koppelaansturing die bij het rijden door bochten kan ingrijpen link►.
(Geldt voor wagens met quattro ultra:) Als voor de rijsituatie 4-wielaandrijving niet noodzakelijk is, wordt het achterste deel van de aandrijflijn losgekoppeld, waardoor brandstof wordt bespaard. Het systeem bepaalt constant en met vooruitziende blik of de 4-wielaandrijving noodzakelijk is. Het achterste deel van de aandrijflijn kan daardoor kort voor dit nodig is weer worden aangekoppeld.
Het 4-wielconcept is afgestemd op een hoog motorvermogen. Uw wagen is buitengewoon krachtig en heeft zowel bij normale wegomstandigheden als bij sneeuw en ijs voortreffelijke rijeigenschappen. Juist daarom is het noodzakelijk om rekening te houden met bepaalde veiligheidsaanwijzingen ►.
- Ook bij wagens met vierwielaandrijving uw rijstijl steeds aan de toestand van de rijweg en aan de verkeerssituatie aanpassen - gevaar voor ongevallen!
- Het remvermogen van uw wagen wordt door de grip van de banden bepaald. Het is daarom niet anders dan bij een tweewielaangedreven wagen. Laat u daarom niet tot een te hoge snelheid verleiden – gevaar voor ongevallen!
- Let er bij nat wegdek op dat bij een te hoge snelheid de voorwielen kunnen gaan glijden (aquaplaning). Daarbij wordt – anders dan bij wagens met voorwielaandrijving – niet aangegeven dat de wielen beginnen te glijden doordat de motor plotseling in een hoger toerentalgebied komt. Pas daarom toch uw snelheid aan de wegomstandigheden aan - gevaar voor ongevallen!