|
Geldt voor wagens met Audi drive select
Linker- of rechterpijltoets zo vaak indrukken
afb.138► dat de gewenste modus op het display in het instrumentenpaneel of op het infotainmentscherm verschijnt. Of
In het infotainment de toets MENU
> Wagen
> Audi drive select kiezen.
De gewenste instelling kiezen en bevestigen.
U kunt de modus bij stilstaande wagen of tijdens het rijden veranderen. Als het verkeer dit toelaat, laat u na het wisselen kort het gaspedaal los, zodat de nieuw gekozen modus ook voor de motor wordt geactiveerd.
offroad* resp. lift / offroad* - activeert offroad-functies ter ondersteuning van ritten in het terrein. Motor, versnellingsbak en stuurinrichting worden aangepast en het start-stopsysteem* uitgeschakeld. Bij luchtvering* geldt: daarnaast wordt de wagen voor het overwinnen van obstakels verhoogd om maximale bodemvrijheid te verkrijgen.
allroad* - alleen bij luchtvering*: verhoogt de wagen om een grotere bodemvrijheid te verkrijgen voor lastige weggedeelten.
efficiency* - brengt de wagen in een verbruiksarme toestand en ondersteunt de bestuurder bij een zuinige rijstijl.
comfort - leidt tot een comfortgeoriënteerde wagenafstemming en is zeer geschikt voor bv. lange snelwegritten.
auto - biedt in totaal een comfortabel maar toch dynamisch rijgevoel en is goed geschikt voor alledaags gebruik.
dynamic - geeft de bestuurder een sportief rijgevoel en is geschikt voor een sportieve rijstijl.
individual - link►.