|
|
Geldt voor wagens met Audi active lane assist
Om het systeem in en uit te schakelen op de knop
afb.126► drukken. Het controlelampje in het instrumentenpaneel brandt resp. gaat uit.
Analoog instrumentenpaneel
|
Audi virtual cockpit/head-updisplay*
|
Betekenis aan de betreffende zijde |
Groene lijn(en)
(links/rechts) |
Groene lijn(en)
(links/rechts) |
De active lane assist is ingeschakeld en gebruiksklaar. |
-
|
Rode lijn
(links/rechts) |
De active lane assist waarschuwt u voor het verlaten van de rijstrook. Bovendien vibreert het stuurwiel licht.
|
Gele lijn(en)
(links/rechts) |
Grijze lijn(en)
(links/rechts) |
De active lane assist is weliswaar ingeschakeld, maar niet gebruiksklaar. |
Als het systeem ingeschakeld, maar niet gebruiksklaar is, kan dit de volgende oorzaken hebben:
- Er is geen scheidingslijn aanwezig.
- De relevante scheidingslijnen worden niet herkend (bv. bij markeringen voor wegwerkzaamheden, door sneeuw, vuil, regen, tegenlicht).
- De rijsnelheid ligt onder de activeringssnelheid van ca. 65 km/h1).
- De rijstrook is te smal of te breed.
- De bocht is te scherp.
- U heeft de handen niet op het stuur.